binnendijken zonder waterstaatsfunktie zou kun nen uitbouwen tot een belangrijk natuurlijk element, eventueel aan te vullen met bosaanleg op beperkte schaal. De Westerschelde dient weer schoon te worden. Gelukkig kan dit op natuurlijke wijze in vrij korte tijd gebeuren door alleen de verontreini ging te stoppen: we hoeven het niet eens op te ruimen. Niet de hoeveelheid afval die we kwijt kunnen zonder dat het erg gaat stinken, dient de richtlijn te zijn, maar een waterkwaliteit waar mee zoveel mogelijk belangen van onze samenle ving zijn gediend. Voor Zeeuwsch-Vlaanderen merkt de RPC-nota onder meer op dat het gebied rond het Groot- Eiland bij Hulst zover mogelijk tot natuurlijk gebied dient te worden ontwikkeld en dat het Verdronken Land van Saaftinge moet worden behouden. Hiermee kan alleen maar worden ingestemd, doch er moet nog wel op gewezen worden dat er juist in Zeeuwsch-Vlaanderen talloze mogelijkheden zijn om binnendijken, kre ken, welen, schorren en kleine bossen tot natuur gebieden te laten ontwikkelen. Toepassing van de oecologische visie op enkele streekplangebieden. Bij wijze van uitwerking is de hiervoor ont vouwde oecologische zienswijze op twee Zeeuw se streekplangebieden: Schouwen-Duiveland en Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen toegepast. In het streekplangebied van Schouwen-Duiveland liggen de volgende milieuelementen vast a. de woongebieden rond de historische kernen, dus de steden en de dorpen; b. de natuurgebieden; c. de waterkering. Verplaatsing hiervan is of onmogelijk, of alleen uit te voeren ten koste van zeer grote financiële offers. Dit zijn dus de uitgangspunten voor de indeling van Schouwen-Duiveland (fig. 3). Als oud volgroeid natuurgebied kunnen we op Schouwen eigenlijk alleen het duingebied be schouwen. Dit zou moeten worden omgeven door een bufferzone van jonge natuurgebieden en eventueel van compromisgebieden. Als jonge natuurgebieden kunnen we beschouwen de vroongronden tussen Haamstede en Renesse, als compromisgebieden de campings en bungalowter 3 reinen, mits deze relatief veel groen bevatten. De ligging van het bebouwde gebied rondom de vuurtoren, dat als compromisgebied is op te vatten vormt echter een wezenlijke bedrei ging van het volgroeide natuurgebied door zijn ligging daar middenin. Tussen de natuurgebieden van het duin en de permanente bewoning van de dorpen zou een agrarisch gebied of compromis- gebied de beste afscherming zijn, doch hiervan blijkt weinig terecht te komen, doordat men de neiging heeft de bewoning in de richting van het duingebied uit te breiden. Dorpsuitbreiding in het agrarische gebied zou wenselijk zijn. De overige natuurgebieden van Schouwen-Duive land moeten alle of als relatief jonge natuurge bieden (inlagen, kreken, welen, bossen bij Schud- debeurs, de Maire), of als compromisgebieden (Koudekerkse inlaag, dijken) worden gezien. Hun begrenzing door hetzij compromisgebieden, jonge natuurgebieden of landbouwgrond kan volgens het schema van fig. 2 verantwoord worden genoemd. Alleen de uitbreiding van Zierikzee komt wellicht te dicht bij de inlagen. In het algemeen is de huidige planologische indeling van Schouwen-Duiveland oecologisch ge zien correct, maar in het grensgebied van duin gebied en cultuurslandschap blijken de verschil lende milieutypen te zeer opeengedrongen. In het streekplangebied Oost-Zeeuwsch-Vlaande ren liggen uiteraard dezelfde milieuelementen vast als op Schouwen-Duiveland (fig. 4). Oude, volgroeide natuurgebieden zijn in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen nauwelijks te vinden, hoewel het Groot-Eiland relatief het verst gevorderd is. Dit gebied zou omgeven moeten worden, zoals de RPC-nota ook aangeeft, door een gebied dienst baar aan recreatie en milieubescherming, dat als milieutype het best is te omschrijven als com promisgebied. Als jonge natuurgebieden kunnen we beschou wen de Braakman, het Verdronken Land van Saaftinge, de kreken en de welen. In Zeeuwsch- Vlaanderen zijn die vrijwel alle omgeven door landbouwgrond, hetgeen een aanvaardbare inde ling is. Alleen de combinatie van Braakman en Dow Chemical is bijzonder ongelukkig. De plaatsbepaling van de nieuwe industriegebie den is uiteraard erg moeilijk. Als aangrenzende Fig. 3. Verdeling van typen oecosystemen over Schouwen- Duiveland. De gearceerde gedeelten zijn woongebied; de nummers slaan op de verdeling in figuur 2. Fig. 4. Verdeling van typen oecosystemen over Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen. De gearceerde gedeelten zijn woongebied; de nummers slaan op de verdeling in figuur 2. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 10