H Zeeuws Tijdschrift Milieubeheer in Zeeland W.J. Wolff NUMMER I 21e JAARGANG 1972 Inleiding. De bioloog die opmerkingen ten beste geeft over milieubeheer en milieuinrichting, voelt zich een beetje de befaamde aan de wal staande stuur man. Weliswaar zijn z'n adviezen goed bedoeld en hopelijk ook goed doordacht, maar hij heeft in de meeste gevallen weinig kaas gegeten van zaken als arbeidsmarkt, overheidsfinanciën, con currentiepositie en bevolkingsmigratie. Toch kunnen de meeste biologen hun ideeën niet voor zich houden, en wel omdat zij overal in de door hen bestudeerde natuur verschijnselen waarnemen die er op wijzen dat deze natuur en daarmee ons milieu achteruit gaat. Bovendien zijn die aanwijzingen zo talrijk, dat vele biolo gen zich zorgen maken. De befaamde rapporten van het Massachusetts Institute of Technology voor de Club van Rome laten zien dat deze zorgen terecht zijn en dat we niet in lengte van dagen op dezelfde voet zullen kunnen doorgaan met produceren en consumeren. Daarom zullen wij nu onze maatregelen moeten nemen. We moeten onder meer zo spoedig mogelijk komen tot een oecologisch verantwoord inrichtingsplan en beheer van ons milieu. Hoewel vele facetten van de milieuproblemen alleen landelijk, in E.E.G.-verband of zelfs mondiaal zullen kunnen worden benaderd, wil dit artikel enkele ideeën over milieuinrichting en -beheer speciaal voor het Zeeuwse grondgebied formuleren. Definities. Over milieu wordt veel gesproken en er is ook veel spraakverwarring. Onder milieu wordt in dit artikel verstaan: „het geheel van natuurkun dige, chemische en biologische factoren waarmee een organisme te maken heeft". Dat wil zeggen dat het milieu van de mens niet alleen bestaat uit water, bodem en lucht, maar vooral ook uit alle planten en dieren waarmee die mens op één of andere manier in relatie staat en uit zijn medemensen en hun technische en culturele voortbrengselen en uitingen. Dit artikel blijft echter beperkt tot wat we het 'biologische' milieu van de mens zouden kunnen noemen. Dit milieu van de mens en van elk ander organisme wordt gevormd door de levensgemeenschap of het oecosysteem waar hij zich in bevindt. Milieu beheer moet dus het beheer van levensgemeen schappen of oecosystemen zijn. Het zorgen voor schoon water, schone lucht en een niet verontreinig de bodem kan men milieuhygiëne noemen, maar het is slechts een onderdeel van milieubeheer. Milieuinrichting tenslotte moet een zodanige in richting van het aardoppervlak zijn, dat een goede basisstruktuur voor een verantwoord mi lieubeheer wordt behouden of geschapen. De mens wordt in dit artikel dus centraal gesteld, maar vanzelfsprekend kan men op grond van filosofische of godsdienstige overwegingen het milieubeheer ook anders benaderen. De natuurlijke ontwikkeling van levensgemeen schappen. De natuurlijke ontwikkeling van levensgemeen schappen is veel onderzocht en er blijken zich daarin bepaalde wetmatigheden voor te doen. Vrij onlangs is de hierover bestaande kennis voortreffelijk samengevat door de Amerikaanse oecoloog Odum (1969), die ongeveer het volgen de zegt. Als ergens een maagdelijk gebied, hetzij land of Uitbreiding redactie De redactie heeft een versterking en ver jonging ondergaan door toetreding van de heer André Oosthoek, kunstcriticus te Vlissingen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 1