tijd even gelukkig. Behalve dat de bomen mis schien met hun wortels in het bouwland indrin gen en daar een deel van het aanwezige voedsel voor zich opeisen, benemen zij in veel gevallen ook een hoeveelheid licht aan de gewassen, waardoor de opbrengst minder wordt. „Bomen op het land, is een dieren brand" is onder Zeeuwse agrariërs een bekend gezegde. Maar tegenwoordig wordt hout als brandstof ook al niet meer gebruikt en de tijd, dat in de winter daarvoor bomen werden gerooid, musters wer den gemaakt en 'ferceelout' werd gekliefd, is lang voorbij. Bomen langs wegen en in straten worden in deze tijd ernstig in hun bestaan bedreigd door tweeërlei gevaren. Ten eerste is er het autover keer met uitlaatgassen. Voorts worden bomen langs de weg ervaren als verkeersobstakels waar men tegenop kan rijden. Er zijn reeds adviezen gegeven geen bomen binnen een strook van tien meter langs verkeersbanen toe te laten. Ik meen echter dat er in Zeeland weinig aanleiding is om op die grond tot het rooien van bomen over te gaan. In steden en dorpen zijn de geslotenheid van het wegdek en de aanwezigheid van gasleidingen er vaak oorzaak van dat veel bomen sterven. Vooral door de grotere druk van het aardgas zijn veel lekken ontstaan. Door het inblazen van zuurstof kunnen sommige bomen nog wel worden gered, maar voor gaslekken dient de leiding te worden opgegraven. Vreemd eigenlijk, dat een grote boom, die ons zoveel zuurstof ter zuivering van de lucht levert, door eigen gebrek aan zuurstof kan sterven. Men zou kunnen aanvoeren, dat dode bomen altijd kun nen worden vervangen door aanplant van jonge bomen, doch hoeveel zijn er nodig voor een grote boom en hoe lang duurt het, voor de taak kan worden overgenomen. Gelukkig kunnen oude, waardevolle bomen, die door ouderdom of andere omstandigheden drei gen verloren te gaan, tegenwoordig in vele gevallen nog wel worden gered. Er zijn in ons land personen, die op dergelijke bomen chirurgie toepassen. Zij streven naar gezondmaking van zieke bomen, door de groeiomstandigheden ter plaatse te verbeteren en door dood en ziek hout uit te snijden. De gebroeders Copijn uit Groene- kan, die hun opleiding tot boomchirurg in Duits land ontvingen, passen deze therapie in Neder land reeds met veel succes toe. Waar een gesloten wegdek van asfalt aanwezig is, wordt dit zo mogelijk vervangen door een klinkerbe strating. Het inbrengen van zuurstof noemde ik al eerder. Ook moet de grond tussen de wortels los gemaakt worden en met meststoffen worden geïmpregneerd. Waar dit mogelijk is, wordt dan hef grondoppervlak beplant met een iaagbiijvend gewas, dat de grond open houdt. Hiervoor wordt nog al eens een zeer Iaagbiijvend halfheestertje, Pachysandra terminalis, aangewend, dat ook in de winter groen blijft en dus gras kan vervan gen. Nadat de groeiomstandigheden zijn verbe terd moet er vaak echte chirurgie aan te pas komen. Dode takken worden dan verwijderd, holten tot op hef gezonde hout schoongemaakt en waterafstotend behandeld. Vervolgens wordl in de holtes een plombe met ventilatie aange bracht. Door ondeskundigen werden dergelijke holten wel met cement volgegoten, maar het behoeft geen betoog, dat dit middel erger is dan de kwaal. Dreigen zware takken af te scheuren, dan worden deze gesteund, niet zoals vroeger, door het aanbrengen van banden rondom, die de tak afsnoeren, maar door z.g. tuien, die dwars door de tak heen gaan en op dezelfde wijze aan de stam of een andere zware tak worden ge steund. Vanzelfsprekend kan een zodanige behan deling niet op een koopje geschieden, maar mooie oude bomen zijn het waard om die behandeling te krijgen. De gebroeders Copijn waren zo vriendelijk mij enkele foto's van hun werk te zenden met toestemming tot reproduk- tie, waarvoor hartelijk dank. Waar veel mensen van de waarneming van dieren en planten een hobby maken is het ook zinvol bomen en heesters te leren kennen. Het is een actief natuurbeleven om met enkelen geza menlijk op een wandeling in bos of park eens na te gaan hoeveel verschillende soorten bomen en heesters men passeert. Natuurlijk is daartoe enige elementaire kennis nodig, doch er zijn in opbouw en bladvorm voldoende kenmerken aan wezig, om die kennis uit te breiden. Speciaal in de winter, als het takkenstel duidelijk kan wor den waargenomen, is daartoe gelegenheid. De Gecureerde boom; hollen en scheuren zijn opgevuld. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 25