Op 12 augustus 1601 schrijft sir William Browne uit Londen aan Robert, dat hij door de koningin vriendelijk is ontvangen. De goede Browne wijst er nog eens op, dat alle hoop van de Zeeuwen op haar gevestigd is wat betreft haar hulp in deze streken. Elizabeth antwoordt daarop, dat zij weet dat de Zeeuwen haar met geheel hun hart liefhebben. Browne voegt er dan aan toe, dat de Zeeuwen voortdurend voor haar bidden. Dat is de koningin bekend en ook dat er een kerk in Londen is van deze mensen. „Zij bidden zo ijverig voor mij, dat geen van mijn onderdanen het hun kan verbeteren". De 'deputy' van Robert, Browne, was een goed soldaat, opgevoed in de school van de Nederlandse krijgskunde. Hij was zeer gezien in Vlissingen of beter in geheel Zeeland. Hij had een goed instinct voor politieke zaken en dat zou hij in de komende jaren zeker nodig hebben. In 1603, het jaar dat in Vlissingen de pest heerst, sterft koningin Elizabeth op 24 maart, dezelfde dag dat Scorza te Leith landde om met koning Jacobus over een mogelijke vrede met Spanje te onderhandelen. 4 april is er een bericht van Browne over de proclamatie te Vlissingen van de troonsbestijging van koning Jacobus. De burgemeesters van de stad nemen deel aan de plechtigheid. Twee dagen later komt er een mededeling, dat ook in Middelburg vreug de heerst over deze gebeurtenis, maar tevens het bericht over het verlies van een deel van Oosten de aan Spanje. Het eerste van de gezantschappen die Jacobus kwamen gelukwensen, was de vertegenwoordi ging van de Staten-Generaal, waaronder de Zeeuw Valcke, die anti-Engels was vanaf de eerste onderhandelingen met Elizabeth in 1585. De gezanten kregen te horen dat het gepaster was naar vrede te zoeken, toen zij het punt van hulp aan Oostende aanroerden.17) De geruchten over vredesonderhandelingen tussen Engeland en Spanje kwamen in 1603 ook de Vlissingers ter ore en zij vreesden met grote vreze. Browne probeert hen op hun gemak te stellen. In juni van het volgende jaar is het in Vlissingen duidelijk, dat de vrede zal worden gesloten en Browne, die met een Nederlandse is getrouwd, is bang voor wanorde in de stad. Op 29 augustus 1604 werd de Vrede van Londen getekend. Tien dagen daarvoor was Sluis, met zijn galeien een gevaarlijk roofnest, in handen van Maurits geval len als slotfase van de verovering van hef land van Cadzand. Als afleidingsmanoeuvre van Oos tende had deze veldtocht niet meer kunnen dienen. Na een driejarig beleg, waarvan de echo's steeds in Vlissingen doorklinken, gaf de stad zich over op 22 september 1604. Artikel vijf van het verdrag tussen Spanje en Engeland regelde de positie van de pandsteden. Deze werden niet opgeheven in verband met de bestaande tractaten, maar de republiek zou een zekere tijd worden gelaten om vrede met Spanje te sluiten. Wanneer de republiek dan weigerde, had Jacobus zijn handen vrij. Browne voorzag gro- Koningin Elizabeth Robert Sidney (National Portrait Gallery, London).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 23