De bezem in de mast Andre Oosthoek Proeve van een verantwoording De Heer van Vlissingen is Heer van water en wind, en verkoopt, of houd dien aan zich, na zijn welgevallen Vlissingen, water en wind, er is veel mee gezegd. De tijd heeft wat des Heeren was over een hele stad verdeeld, water en wind worden er naar des burgers welgevallen be- en gediend. Vlissingen, opwindende stad aan de zee, zegt het fotoboek van nu, Vlissingen, stad van beroerten, zegt de kronikeur die 1572 vastlegt. Aan opwin ding geen gebrek Bij al dat water, al die wind, hoort stempelvast het schip, symbool van dynamiek, vol in de zeilen. Ook dat schip mag de stad zijn. In 1572 gaat er de bezem in de mast. De eerste en lang niet slechtste veeg is voor de Spanjaard, over wiens drukkend juk we door toedoen van de lessen in vaderlandse geschiedenis al zeer jong zijn voor gelicht. Er springt dan meteen een rijtje beelden voor ogen, zonder enige volgorde en uiterst per soonlijk geïnspireerd: Mondragon in het slijk, een grote, zware, zwarte Alva, bloederige aanmanin gen van de toenmalige dienst der zeer directe be lastingen en op de een of andere manier daar- bijhorend de Tiendenschuur van Goes. Het rijtje is nog niet klaar: zo zijn er de HH Marte laren van Gorcum, watergeuzen voor Den Briel, de Raad van Beroerten en niet te vergeten de scheve kin van Philips, een familietrek zoals de schedelaantastingen van de Bourbons en de rode wijnvlekken op de billen van echte Bona- partes. Mijn schooltje was rooms, dat gaf ter voort planting des geloofs van de Spaanse kwestie, naar ik later begrepen heb, een niet altijd even zuiver beeld. Ik neem aan dat het 'van de andere kant' niet veel anders was. De 'Openbaren' zullen er minder moeite mee gehad hebben, ze stonden vei liger, in het midden. Het kan allemaal wat per soonlijk lijken en dat is het ook, maar zit er niet meteen veel algemeens in? Is die oorlog ter af werping van het Spaanse juk, die oorlog die ons nu nog op velerlei gebied achterna rent, wel op de eerste plaats de heilige godsdienstoorlog geweest die velen er zo graag in zien? Was het wel die gro- ie nationale vrijheidsoorlog, waaraan zo vaak her innerd wordt? Het zijn vragen die je, zoveel jaren na datum gesteld, nog in de hoek van de zeer oneerbiedigen plaatsen. Ik ben geneigd het veel meer eens te zijn met de man die zegt dat het een puur sociale revolutie was, godsdienst en onafhankelijkheid toegegeven inbegrepen. Er was, als ik bij Vlissingen blijf, niets dan grauwe ellende, armoe en nog eens armoe, uitbuiting, so ciale onrust. Alleen een prae-marxistisch lontje in dat kruitvat van onrust, honger, wantrouwen, onvrijheid en straatschennerij was nodig om de revolutie uit de weinig rijke huizen op straat te brengen. Dat lontje heet 1572. Als het VIissings kruitvat barst, vliegen de spanen tot in Holland, tot in Madrid. Voor het verslag van die gebeurtenissen wil ik er graag Mattheus Gargon en zijn fruitige Wal- cherse Arkadia bij halen, zoals ik dat deed voor de aanhaling die als vlaggetje op dit 'wind en wa ter' wappert. Gargon schrijft: ...raakte de gemeente op den eersten Paasch- dag op de been, door eenen Priester, die in zijne preek tegen de Spaansche dwinglandy afgryselijk gedondert had, en door een gerucht, dat alle-Man in de wapenen was, daartoe scherper aangeprik- kelf, en jaagt de Walsche Krijgsknechten uit, en haalt het Kasteel onder den Voet, en lost het ge- sc!:ut op de aankomende Spanjaarden en neemt bezettinge van den Hopman Vink en Vlieg, opge- stommelt uit de naaste plaatsen van Holland, in, en legt door onverschrokkene stoutheid den eersten grondsteen der vryheid Vlissingen heeft die eerste grondsteen niet be schouwd als de steen der ruste, eerder als de steen der hulpe. De afdelingen nijverheid, handel en daarmee bloei en welvaart zijn er sindsdien mede op gegrondvest. Want, het is niet al water en wind, niet al lucht. In Vlissingen wordt gewerkt en vaak opvallender dan in andere plaatsen. Vanwege dat fundamentele rechtsbewustzijn van de revolutie van 1572, in onze geschiedenis te uitbundig met de prins-markies versierd, heeft de redactie van het Zeeuws Tijdschrift met het ge- 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 2