meentebestuur van Vlissingen graag die eerste
steenlegging in herinnering gebracht. Zij heeft
daarbij volgens haar wijdlopende opdracht niet
alleen naar het moment suprème gekeken, ze heeft
iets moeten doen met de vierhonderd jaar die er
op volgden en ook daarbij getracht zo weinig
mogelijk op de versiering te letten.
Als er al sprake kan zijn van een 'verantwoording'
namens mijn collega's, zou ik de enkele regels
hierboven als zodanig willen beschouwen. De op
dracht is aanvaard er is een aantal artikelen
op gevolgd die in eerste aanleg alle de
naam 'Vlissingen' in de kop hadden. Dat klinkt
beperkt, het blijkt zeer ruim te zijn. Er zitten
immers zoveel facetten aan deze opwindende
stad dat 'Vlissingen' alleen kans op vele gezich
ten biedt, zoveel, dat bij al wat nu is afgedrukt,
nog zeer weinig in behandeling is genomen.
Wat het Zeeuws Tijdschrift aanbiedt, is een ka-
leidoscopisch geheel zonder eenheid of lijn, een
stukje staalkaart waarin men kleuren en tussen-
tonen zal missen als men uit is op een totaalbeeld.
Het is op de eerste plaats een nummer dat
sterk door de historie wordt bepaald. Het
oproer kraait en, welke kleur men ook mo
ge missen, rood is in omloop. In Vlissingen
immers wordt driftig gewerkt en soms is dat
voorwaarde voor staken. En naast of misschien
wel mét de historie is er de nostalgie, een
boulevard, de mailboot op Engeland, de glorie
van de oude stadhuizen, grote talenten, het stads-
schoon dat verdween. Daarbij aansluitend dan de
klem van de tijd: een stad in de tang van de
ruimtelijke problemen, een bedrijvigheid die uit
de voegen doet barsten.
Tussen deze 'polen' beweegt zich dit extra-num
mer van het Zeeuws Tijdschrift. Daar is niet alles
mee gezegd want er komt meer aan de orde. Aan
de andere kant blijven 'hoogpolige' zaken onbe
sproken, zoals cultuur-in-den-brede, recreatie, in
dustrie en havenbedrijf in relatie tot het milieu.
Het is een rijtje waar onderwerpen aan toe te
voegen zijn en voor wie ze noemen wil, buigen
we het hoofd.
Vlissingen, opwindende stad aan de zee, stad van
beroerten: de lont in het kruitvat, de bezem in de
mast. Het is er niet al wind en water, niet al lucht.
Dat wil dit extra-nummer van het Zeeuws Tijd
schrift mede duidelijk maken. Wat de re
dactie betreft: graag gedaan.
'Vlissingen', ets-suiker-aquatint, Hermanus Berserik, 1960.