een kiezentrekker, alsof de middeleeuwen nog steeds voortduren. In Middelburg, dat de hoofdstad is en wel achttienduizend inwoners telt, gaat de omroeper rond met bekken en slaghout, om de eerlijke vinder van een portefeuille uit te nodigen die bij de eigenaar terug te bezorgen. Zeker, ook in Zeeland is de jazz doorgedrongen en men kan er films gaan zien met Harold Lloyd, Gloria Swanson of Adolphe Menjou in de hoofdrol. Ook in Zeeland belijdt men zijn om roepvereniging als een geloof. Toch leeft de provincie afzijdig, toch heerst er een slaperige rust. Op enkele plaatsen in Zeeland boren fabrieks schoorstenen in de lucht; het silhouet van Vlis- singen wordt beheerst door een groep forse kranen van de scheepswerf 'de Schelde'. Vlissin- gen wijkt af van het algemene Zeeuwse leefpa troon. Het is óók maar een stadje, met twintig duizend inwoners of iets meer. ledereen kent er aan de roep zijn eigen visvrouw, iedereen weet wie er altijd zat is, iedereen kan vertellen waar de pianist van de bioscoop woont en wie er altijd staan te zingen in de kring van het Leger des Hei Is. Toch is Vlissingen ruimer, vrijer dan elke andere plaats in Zeeland. Vlissingen heeft een stoombootdienst op Engeland en een wat cosmopolitisch hotel, dat 'Britannia' heet. In Vlissingen huist een kolonie Belgische loodsen, in Vlissingen is de marine thuis. De stad heeft de mooiste boulevard van Nederland en een badstrand met in de zomer veel blote armen en dijen. Bovenal heeft Vlissingen zijn NV Konink lijke Maatschappij 'de Schelde', de belangrijk ste industriële vestiging in de provincie. 's Morgens in de vroegte stappen enkele honder den arbeiders op de fiets, in Souburg, in Nieuw- land en Arnemuiden, in Middelburg en Westka- pelle. 's Avonds keren zij van de fabriek, 'de Schelde' in Vlissingen, naar hun woonplaats te rug. Sommigen rijden in de schafttijd (van 12.00 tot 13.45) nog naar huis, om tussen de middag zoals het behoort, samen met moeder de vrouw en de kinderen warm te eten. Anderen komen 's morgens, dommelend in de werkmanstram, naar de werf. Er zijn er die tussen de middag hun boterham eten in een loods of op een schip in aanbouw, of rustend tegen een muur, in het zonnetje. Er zijn er die een koffie-adres hebben bij één der omwonenden: volop koffie, twee kwartjes in de week. Een bedrijfskantine voor de overblijvers? Daar is men vooreerst nog niet aan toe. Verreweg de meeste Schelde-arbeiders wonen in Vlissingen zelf. Zij accentueren er het karakter van de werkstad. Middelburg, zetel van het provinciaal bestuur, van rechtspraak en administratie, een stad vol tanende deftigheid en zorg voor fraaie bolwer ken. Vlissingen, vol lawaai van klinkhamers en vreugde om een te water gelaten schip. Middel burg een vleugje Den Haag, Vlissingen een tikkie Rotterdam. Zeeland 1928. De botsing op 'de Schelde' kwam voor niemand onverwacht. In oktober 1927 hadden de bonden een actie ingezet voor verhoging van het loon, dat ongunstig afstak bij de verdiensten in ande re, vergelijkbare bedrijven. De directie verklaar de, dat er voor het personeel niet meer in zat dan de normale promotieverhogingen in januari. Ook het verzoek om een gunstige vakantierege ling werd met een hoofdschudden afgedaan: de directeuren wilden niet vooruitlopen op een landelijke regeling, die bij de Metaalbond de werkgeversorganisatie in voorbereiding was. Maanden verstreken zonder dat de ondernemers van zich deden horen, daarom besloten de bon den opnieuw tot actie over te gaan. Op hun verlanglijstje stonden dezelfde punten als in oktober: verhoging van uurloon met drie, vier en vijf cent, behoud van het volle loon op erkende feestdagen, doorbetaalde vakantie in de pinksterweek. Ongeveer te zelfder tijd verspreidde zich het gerucht, dat de directie voor haar afdeling scheepsbouw een overwerkvergunning had aange vraagd. „Dat klopt", zei de arbeidsinspectie te Dordrecht, toen een vakbondsleider naar de juistheid infor meerde, „de directie vraagt achtenvijftig uur per week in de scheepsbouw". De organisaties pro testeerden, zij hielden de Dordtse hoofdinspec teur voor, dat een zo ingrijpende verlenging van werktijd volstrekt onaanvaardbaar was. Zij spra ken van een overrompelingspolitiek, voorspelden ernstige moeilijkheden indien de aanvraag van de Schelde-directie gehonoreerd zou worden. De hoofdinspecteur zegde een onderzoek toe. Niettemin verleende kort daarna de directeur- generaal van de arbeid vergunning voor vijfen vijftig uur gedurende drie maanden, met toezeg ging van drieënvijftig uur in het kwartaal daar na zonder dat de werklieden ook maar gehoord waren I De samenwerkende bonden adviseerden hun le den onmiddellijk geen overwerk uit te voeren; de hoofdbesturen toonden zich bereid staking te proclameren, indien door weigering van extra arbeid ontslagen zouden vallen. In een kille, vijandige sfeer kwamen op 3 mei tijdens een conferentie tussen directie en vak bonden de eisen van de werknemers aan de orde. Met een categorisch nee werden deze eisen van de tafel geveegd. Verhoging van het uurloon met anderhalve cent (ingaande 1 juli) was alles wat de directie te bieden had mits men het overwerk accepteerde! De bonden zeiden nee. Nog poogden de organisaties het overwerk los te maken van het loonvraagstuk en de secundai re arbeidsvoorwaarden. De directie ging er niet op in. Volgde een ultimatum van de bonden; zij waren bereid hun eisen betreffende het uurloon enigs zins te matigen, bleven echter onverzettelijk het standpunt innemen, dat voor feest- en vakantie dagen een volledig loon betaald diende te wor den. Mocht de directie alsnog bereid zijn aan de verlangens van het personeel tegemoet te ko- 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 43