Oost Indische Compagnie werd aanbevolen als de meest geschikte vaarweg voor grote en kleine schepen, wordt alleen nog door vissers gebruikt. De minste diepte bedroeg hier in 1782 twintig voet. Het loodswezen in Vlissingen verzorgt ook de betonning op de Zeeuwse stromen en in de zeegaten die hierbij horen. Twee vaartuigen zijn dagelijks bezig met het leggen, controleren en verschonen van de diverse boeien. Vooral het verzorgen van de lichtboeien vergt veel tijd en aandacht. Deze tonnen moeten meestal twee keer per jaar van gas worden voorzien. Sedert in 1881 de eerste gaston in de Wielingen werd uitgelegd, is het aantal van dit soort boeien gestadig toegenomen. Op het ogenblik verzorgen onze vaartuigen meer dan 150 van deze bakens. Het is misschien interessant te weten dat er nog een paar tonnen gebruikt worden die in de vorige eeuw zijn gemaakt. Na de laatste oorlog verschenen er steeds meer Foto: W. v. Leeuwen schepen met radar. Thans is nagenoeg elk schip met een radartoestel uitgerust. Toch zal het niet altijd verantwoord zijn om met slecht zicht met behulp van een scheepsradar de gehele Schelde te bevaren. We mogen echter aannemen dat binnen afzienbare tijd door een keten van walra- darstations hier verbetering in zal komen. Een ander hulpmiddel bij de beloodsing is de inlichtingendienst van de beide loodswezens. Zo wel in Antwerpen als in Vlissingen zijn radiosta tions, die de loodsen onmiddellijk alle gewenste inlichtingen verstrekken. Bovendien kunnen de loodsen onderling met elkaar spreken. Deze radiostations staan bekend als de V.H.F. (very high frequency). Het spreekt vanzelf, dat de reglementen, die betrekking hebben op de loodsdienst voortdu rend aangepast moeten worden aan de eisen van de scheepvaart. Dit komt wel heel duidelijk naar voren als we de eisen van benoembaarheid van de loodsen vergelijken. In het reglement van 1835 meest iemand die voor loods in aanmerking wilde komen een goed zeeman zijn die kon lezen en schrijven. Nu eist het loodswezen dat de aspirant- loodsen in het bezit zijn van het diploma voor eer ste stuurman grote handelsvaart. De bevaarbaarheid van de Schelde is de laatste jaren vrijwel constant gebleven. De maximale diepgang blijft om de 42 voet 13 meter) schommelen. Deze diepgang is natuurlijk onder hevig aan de stand van het getij. Een langdurige oostelijke wind kan de waterdiepte nadelig beïn vloeden. Het is niet onmogelijk dat de toegangswegen tot de Schelde in de toekomst met behulp van de moderne techniek uitgediept worden. Hiervan zouden de havens in het Sloegebied in de eerste plaats profiteren. Met wat voor vernuftige nautische toestellen de schepen straks ook mogen worden uitgerust, zonder de diensten van een loods zal men het nooit kunnen stellen. Het lijkt ons zelfs niet onmogelijk, dat er, evenals vóór 1924, een Vlissingse loodsboot in het Kanaal bij Dungeness gestationeerd zal wor den om de schepen van loodsen te voorzien die de gezagvoerders bij zullen staan tijdens de vaart over de Noordzee. 92 Vlissingen-C

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 56