persoon blijft evenzeer gelden voor Philips II.
Nadat deze vrede heeft gesloten met Frankrijk,
vertrekt hij 26 augustus 1559, ook al vanuit
Vlissingen, naar Spanje.
Het bestuur over de Nederlandse gewesten blijft
tot 1567 in handen van de landvoogdes. In dit
jaar wordt de bekwame legeraanvoerder en
staatsman Fernando Alvarez de Toledo, hertog
van Alva, naar de Verenigde Nederlanden gezon
den om orde te brengen en het gezag te
handhaven. Een tijd van onrecht en verdrukking
breekt aan.
Alva begrijpt eveneens het belang van de stad
Vlissingen als vesting en havenplaats. Hij maakt
gebruik van zijn kennis van verdediging en
versterking. Een zeehavenstad moet tevens een
vestingstad zijn: er dient een verdediging te zijn
naar binnen en naar buiten. Hij is goed geïnfor
meerd over de houding van de Vlissingers tegen
over de Spanjaarden, en die is niet al te best.
Zoals hij dit ook te Antwerpen heeft gedaan,
maakt hij een plan voor de bouw van een
citadel of kasteel binnen de wallen van Vlissin
gen, met een dubbel doel: ter verdediging van de
stad bij oproer en tegen aanvallen vanuit zee.
Op 28 maart 1572 komt de Italiaan Scipis
Hampi naar Vlissingen om de verdedigingswer
ken te inspecteren en de bouw van de citadel te
bevorderen.
De Vlissingers zien dit bouwwerk met angst en
Kust van de Zuidwatering van Walcheren ten tijde van Vier
ling ca. 1570.
haatgevoelens van de grond komen. Wat gaat er
van de stad worden? De nieuwe vesting moet
door de inwoners worden betaald en daarbij
komen dan nog de kosten van de bezetting bij
het gereedkomen van de vesting. Dit blijkt een
onmogelijke taak voor de Vlissingers en de
spanning in de stad is goed merkbaar.
keus
De politiek van Philips II moet wel in strijd
komen met de bestaande voorrechten en privile
ges der Nederlanden, zowel voor provincies,
steden als plattelandsdistricten.
Alva geniet groot vertrouwen bij zijn vorst. Hij
is immers gezonden om het vorstelijk gezag te
versterken en de orde te handhaven, en die
opdracht voert hij uit. Er worden raden inge
steld om de deelnemers aan elke vorm van
verzet direct te kunnen berechten. Hij ziet geen
andere wegen dan gehoorzamen aan het gezag of
sterven. Het verzet neemt echter niet af, maar
eerder toe. Alva heeft nog meer 'recht te zetten'.
De beeldenstorm van 1566 moet gewroken wor
den. Het wordt een politiek en godsdienstig verzet
tegen het Spaanse bestuur.
Ook in Vlissingen heeft de beeldenstorm in 1566
krachtig toegeslagen. Het 'Compromis der Ede
len' van 1566 biedt geen oplossing. Opheffing van
geloofsvervolging en intrekking van de plakka
ten tegen de ketterij worden nagestreefd door
vele katholieken en protestanten onder de bezie
lende leiding van Jan en Philips van Marnix van
St. Aldegonde. De edelen, verenigd in de Orde
van het Gulden Vlies, voelen zich gegriefd dat zij
buiten behandeling van belangrijke staatszaken
worden gehouden. Vreemdelingen dringen zich
steeds meer op in de raden, die door de
landvoogdes waren ingesteld. Datzelfde ver
schijnsel doet zich voor in de stadsbesturen.
In 1568 stelt Philips II tot 'eerste edele' van
Zeeland Adolf van Bourgondië aan, die wordt
opgevolgd door Anthony van Bourgondië, heer
van Wakkene, Catthem en Kapelle.
In 1569 wordt de baljuw van Vlissingen, Johan
Ipensz, door Alva verbannen, waarbij zijn goede
ren mede verbeurd worden verklaard. Het oor
log-voeren van Alva verslindt grote sommen
gelds. Uit de schatkist valt niets meer te halen.
Slechts het heffen van extra belastingen kan nog
iets opbrengen.
De invoering van de 10e en de 20e penning van
roerende en onroerende goederen brengt Vlissin
gen in 1569 in een hopeloze financiële toestand.
Daarbij komen dan nog de kosten van de
bezettingstroepen en de hoge bouwkosten van de
citadel. Het wordt een uitzichtloze opdracht
voor het stadsbestuur enige orde te scheppen in
deze financiële chaos. Middelen van bestaan zijn
er vrijwel niet meer. Vlissingen moet van de zee
leven en daar is niets meer te verdienen. Kapers
en vijandelijke schepen maken de handel onmo
gelijk. Vlissingen, stad met ongeveer 700 meestal
kleine huizen en naar schatting 3500 inwoners,
staat voor de keus.
41