1) In 1969-1971 werd een groot deel van de Karolingische
volks- of vluchtburcht te Oost-Souburg onderzocht (zie
Zeeuws Tijdschrift 20, 1970, p. 1-8: Archeologisch nieuws
uit Zeeland over de jaren 1968/1969.) In de winter van
1971 /1972 is een onderzoek ingesteld naar de teruggevon
den funderingen van het slot Aldegonde.
2) De opmetingen zijn onder barre weersomstandigheden ver
richt door technici van de R.O.B. te Amersfoort, de heren
A. van Pernis en M. J. A. de Haan, waarvoor alle hulde.
Bij het vooronderzoek in oktober-december 1971 hebben de
heren B. Oele (uit Kapelle) en M. Kegel (uit Aardenburg),
beiden correspondent en medewerker van de R.O.B., hun
onschatbare diensten bewezen. Veel dank is verschuldigd
aan de uitvoerders en opzichters van de n.v. Zeeland
voor hun vriendelijke hulp en belangstelling, alsook aan
de kraanmachinist voor zijn zeer vakkundig opgravings-
werk.
3) Zie: Zelandia lllustrata, 4de afIMiddelburg 1876, p. 699-
701Verzameling van het Kon. Zeeuwsch Gen. der We
tenschappen; Zeeuws Museum Middelburg.
4) Veel gegevens in dit artikel, waarvoor de tijd van voor
bereiding te kort was, zijn ontleend aan; B. J. de Meij,
Het kasteel te West-Souburg.
5) Haar vader Jacob stierf enkele weken na het overlijden
van haar grootvader Philips van Marnix aan dezelfde
ziekte.
6) Aangezien een uitvoerige pubükatie over het kasteel van
Souburg wordt voorbereid door de gemeentearchivaris
van Vlissingen, de heer N. Veldhuis (voor het geschied
kundig gedeelte) en schrijver dezes (het archeologisch ge
deelte), zal er hier nu niet verder op worden ingegaan.
De heer Veldhuis, die bij het opgravingswerk van hei
kasteel te Souburg ten nauwste was betrokken en voor de
onmisbare historische achtergronden zorg droeg, zal deze
zomer in het Gemeentemuseum te Vlissingen een tentoon
stelling organiseren van de vondsten uit het slot Alde
gonde.
7) Het adellijke geslacht van Souburg wordt eerst in 1249
genoemd. Het was Petrus van Souburg, die als gijzelaar
in Vlaanderen moet voorkomen voor de graaf van Hol
land wegens een geschil met de graaf van Vlaanderen.
112