morren: 't slot? Walsche? nu Spaanse soldaaten?
Wat wild'er af worden, dan d'onlydelykste
slaavernye ter weerelt? Altyds geen' stadt in
Nederlandt, die men zoo veel op den hals
leydde". Deze woorden uit Ned. Historiën zijn
wel zeer duidelijk.
De zaterdag voor Pasen brengt een angstige
stilte.
ghedonderd
Zondag 6 april, eerste paasdag.
Velen zijn naar de hoogmis getogen in de St.
Jacobskerk, anderen hebben hun dienst gevonden
in de kleinere groepen protestanten. We weten
de mannen. Men voelt zich bedrogen en verraden.
Onder heftige bewoordingen en het uitroepen
„verraad, verraad, de Spanjaarden komen" en
„weg met de Spanjaarden" trekt men van het
Roeiershoofd en het Keizersbolwerk naar het
stadhuis op de Bierkade (Bellamypark, hoek
Breestraat). Het stadsbestuur zal verantwoor
ding dienen af te leggen en men vraagt zich
tevens af waar de kwartiermakers zijn gebleven.
Onder voorzitterschap van de baljuw Jacob
Smit, heer van Baarland, is de raad in zitting
bijeen ter bespreking van de voorgelegde
eisen van de kwartiermakers. Jacob Smit ziet
geen enkele oplossing meer, en in deze toestand
dat de priester in de hoogmis, die zelf 'quaedt
Spaensch' was, harde en duidelijke taal heeft
gesproken tégen de bezetting en vóór een vrije
stad. Of zoals meerdere schrijvers het verhalen:
de Parochiaan of voornaamste Priester der
stad had tegen de Spaanse dwang en verdruk
king 'afgryselyck ghedonderd'.
Na de dienst gaan de mannen niet naar huis. Ze
gaan naar de haven, ze willen zien naar de
horizon en weten wat er staat te gebeuren. Ze
zien het goed: in de verte liggen met Spaanse
soldaten bemande schepen voor anker. Met wel
ke bestemming? Ze wachten op een gunstig tij
en zullen dan de ankers ophalen en koersen naar
de rede van Vlissingen. Ook de jongens en de
vrouwen komen naar buiten en voegen zich bij
dringt het geschreeuw van buiten tot hem door.
Het volk eist van hem een nadere verklaring en
het bevel tot het wegzenden van de Waalse
bezetting.
Dit laatste bevel wordt niet afgewacht. Een
groep mannen is reeds de stad ingetrokken en
drijft de Waalse bezetting met harde hand
buiten de poort. Deze trekt terug op Middelburg.
De gouverneur van Zeeland, wonende te Middel
burg, Anthony van Bourgondië, verneemt het
nieuws.
Hij maakt zich terstond gereed om naar Vlissin
gen te vertrekken en neemt zich voor de bevol
king te wijzen op hun dwalingen en toch trouw
te blijven aan de koning, die het beste met zijn
onderdanen voorheeft. Bij de Middelburgse
43