worden genoemd, thans aan het landfront volledig
gebastionneerd, liep vanaf het Betje Wolffplein
noordelijk langs de Glacisstraat en het terrein
van de scheepswerven van de N.V. Kon. Mij. 'de
Schelde', om aan de Marinesluis weer aan de zee
dijk aan te sluiten. Zoals vroeger ontbrak ook nu
niet een natte gracht; aan de overzijde hiervan
lag mogelijk een bescheiden contrescarp. De be
naming van de bastions was als volgt. In het
westen, bij de splitsing in land- en zeefront, dus
op de hoek van de Boulevard De Ruyter en de
Coosje Buskenstraat, lag het Gasthuisbolwerk, iets
twee waren door hun beperkte omvang van wei
nig betekenis. De nieuwe oostelijke stadspoort
kwam tussen de Sa nth i I- en Croonenburgbastions
te liggen. Zij werd in 1659 gebouwd en kreeg de
naam van Nieuwe Rammekenspoort.
Het uit Maurits' tijd daterende tracee heeft zich,
op enkele ondergeschikte verbeteringen na, tot
het begin van de 19de eeuw weten te handhaven.
Napoleon, in het bezit van Vlissingen gekomen
meende zich voor de invasie der Engelsen te kun
nen vrijwaren door de kustlijn van Ostende tot aan
de Elbemond te versterken. Voor wat de Schelde
oostelijker van Quintensbastion; het door de Boni
aangevangen en later verbeterde bastion werd
Baerlantsbolwerk genoemd, door de aanpassing
aan het nieuwe tracee moest het tot een drie
kwart bastion worden gereduceerd; daarop volg
den de bastions Heijndrichs, Blokhuis, Sa nth i I,
Croonenburg en Casants. Bij dit laatste bastion
viel het landfront weer met het zeefront samen.
Het zeefront telde verder nog een vijftal, meest
tot een tenaille beperkte bolwerken, van oost
naar west, de Nassau- (van 1621), Oranje- (vroe
ger het Altenabolwerk geheten), Keizershoofd-,
Leugenaar- en Gevangenpoortbastions. De laatste
betreft, deze diende te worden afgesloten in de lijn
Vlissingen-Breskens; stroomopwaarts in de lijn
Hoedekenskerke-Terneuzen (niet uitgevoerd), voorts
door een kustbatterij in de Margrietepolder, west
van het gehucht Griete, en de uitbreiding van de
fortificatiën van Antwerpen.
Eerstgenoemde defensielijn werd gevormd door de
zogenaamde Positie van Vlissingen en die van
Breskens. De eerste bestond, met de vesting Vlis
singen als kern, uit een aantal, als kustbatterijen
ingerichte, gedetacheerde forten langs de Wester-
schelde van de duinen tot Rammekens en een drie
tal zogenaamde kroonwerken in een grote boog
117