Herma M. van den
Alg. Rijksarchief
Den Haag
Het raadhuis van Vlissingen in de
stedebouwkundige ontwikkeling van de
stad (Bulletin K.N.O.B., 1956, kol. 157
e.v.).
Archief der Genie.
Register van Memoriën, nrs. V 112 en
V 97.
idem Plans van Vestingen, (diverse num
mers).
A. J. H. v. d. Meulen Het Nederlandse vestingstelsel in de
19e en 20 eeuw.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
bastion, bolwerk
batterij
bedekte weg
beer
borstwering
citadel
contrescarp
coupure
courtine
enveloppe
escarp
fausse braije
vijfhoekig werk van Italiaanse oor
sprong, vóór de wallen uitspringend,
om vuur uit te kunnen brengen voor
de wallen en de gracht,
geschutopstelling.
zie enveloppe.
gemetselde dam in een vestinggracht
ter kering van het buitenwater,
verhoging op een muur of wal ter
bescherming van de verdediger en zijn
geschut.
zelfstandig, meestal vijfhoekig gebas-
tionneerd werk in of bij een open
stad of vesting; diende vaak als
dwangkasteel.
1van de vesting
boord.
2. zie enveloppe,
open doorgang in
afgekeerde gracht
een vestingwal.
wal tussen twee bastions,
dekkingswal rondom een vestingwerk,
ook wel bedekte weg of contrescarp
genoemd.
grachtboord aan de zijde van de ves
ting.
onderwal, gelegen voor bolwerken en
courtines.
fa een
flank
galerij
gecreneleerd
gedetacheerd werk
gerevêteerd
glacis
hoofdwal
keel
kroonwerk
lunet(te)
monnik
palissade
poterne
reduit
saillant
sortie
tenaille/gete-
nailleerd tracee
wapenplaats
de naar buiten gerichte zijden van
een bastion die in de saillant een
hoek vormen.
de aan de courtines gelegen zijde
van een bastion.
in de escarp- en contrescarpmuren ge
bouwde gangen waaruit de vesting
gracht kan worden bestreken,
van schietgaten voorzien,
buiten de enveloppen gelegen vesting
werk.
van bekledingsmuren voorzien,
geleidelijk naar het veld aflopende
verdedigingswal.
de doorlopende wal van een vesting
werk.
achterzijde van een vestingwerk,
buitenwerk, bestaande uit twee of
meer gebastionneerde fronten,
werk met twee facen die naar binnen
gebroken zijn, waardoor twee flanken
ontstaan.
stenen hindernis op een vestingbeer.
hindernis bestaande uit een rij aan
gepunte palen.
overdekte doorgang in muur of wal
versterkte post binnen een vesting
werk, bestemd voor de laatste ver
dediging.
hoek tussen de twee facen van een
bastion.
overdekte kleine doorgang.
systeem waarbij door het telkens bre
ken van de hoofdwal een zaagvormig
tracee wordt verkregen,
in- en uitspringende hoeken van de
enveloppe van waar de verdediging
kon worden gevoerd vóór de bezetting
zich binnen de hoofdwal moet terug
trekken.
123