Uit het zetsel gelicht
Hans Warren spreken van een groot, bezield dich
terschap, waarvan ik uit de bundel 'Tussen Hybris
en Vergaan' nog één enkele aanhaal:
Aarzelend in dat ogenblik
was lente dichterbij dan in viooltjes,
werd liefde inniger beleden dan
in al de verzen die ik sindsdien voor je schreef.
Weet je nog toen hef niets was, alles was:
jij opende de deur, een lichte groet,
even hield je mijn hand vast, en ik streelde
even als bij vergissing langs je schouder.
Toen lichtte je het deurkleed op en wij
gleden in een verlicht aquarium
van lach, pianospel en avondjurken.
Met deze onvervangbare Lente-regels van Hans
Warren besluit ik.
De lente wat is het, een adem, een trilling,
wind die van ver langs de vlakten komt.
(Maatstaf 6/71, Arbeiderspers, Amsterdam)
Sinds de aanvang van de vijfde jaargang maakte hij deel uit van de redactie: G. A.
de Kok. Beroepsjournalist in een gezelschap van liefhebberende leken. Zeventien jaar
profiteerden we van De Koks inzichten en vakmanschap, van zijn grote kennis
omtrent Zeeland en zijn bewoners. Elk artikel van zijn hand verlevendigde, verrijkte
de inhoud van ons blad, dat immers jarenlang in hoofdzaak aandacht vroeg voor
slechts twee aspecten van Zeeland: de economische ontwikkeling en de historie.
Tussen toekomst en verleden schoof De Kok het heden. Hij deed dit in een reeks
portretten van eigentijdse figuren: de Commissaris van de Koningin De Casembroot,
de waterstaatsingenieur Dibbits, de vijfde Geuze van de Zandhoeve. Hij schreef over
de voorlichting in de provincie, over een Zeeuws minstreel in Rotterdam, over
Gaston met zijnen basson.
De Kok heeft zeker wel eens geglimlacht om onze on-professionele aanpak van
redactionele zaken en stellig vaak verzucht wat hij in ons gezelschap van
goedwillende amateurs eigenlijk doen kon om tot degelijke planning te geraken. Toch
is dit niet de reden van zijn uittreden. De Kok is eenvoudig te zeer in beslag
genomen door zijn dagtaak om naar hartelust aan het Zeeuws Tijdschrift mee te
werken. Zijn dagtaak - niet zelden ook een nachttaak!
Herhaaldelijk heeft De Kok te kennen gegeven dat hij met zijn werk voor ons blad
wilde stopper;; voor onze aandrang te blijven is hij telkens weer gezwicht. Tot hij in
een onbewaakt ogenblik zijn naam eigenhandig uit het zetsel van de binnen-
voorpagina heeft gelicht. Aldus de legende. Jammer, hij is een kok van formaat.
Mogelijk wil hij nog eens gast-kok bij ons zijn!
Ook drs. C. de Schipper, gedurende zes jaar onze redactie-secretaris, heeft zijn
werkzaamheden voor het tijdschrift beëindigd. Een schip zonder kok en schipper -
maar rtavigaie necesse est. André Oosthoek heeft de plaats van Gommert de Kok
ingenomen, M. P. de Bruin verklaarde zich bereid voorlopig het secretariaat op zich
te nemen.
De Bree
145