Boutens, naast de koetsier, op de Houtmarkt
behuizing van 1830-1839 kazerne is geweest en
hersteld in de jaren veertig van de vorige eeuw.
Hersteld is zacht uitgedrukt want toen zijn
vrijwel alle stijlkenmerken verdwenen.
Men kan moeilijk met een auteur gaan strijden
over zijn indrukken. Bordewijk schrijft over de
kerk als een grote dode massa en over een
kleinere massa in renaissancestijl aan de andere
pleinwand, op welker basement papieren waren
geplakt, kennelijk het stadhuis. Wij laten Grada
en Jan achter in hun nachtverblijf op de Markt,
dat boven de ingang in bescheiden maar helder
lichtschrift: 'Logement Ernst', vertoonde.
Hulst, dat al in 1139 wordt genoemd, betekent
gewoon hulst. Van Lansberghe, die bang is zich
in verdichtsels te begeven, blijft bij het alge
meen gevoelen dat de stad de naam dankt aan
het gewas, hulst of steekpalm.
Dat gewas, vervolgt hij, heeft in oude tijden ter
plaatse en rondom de stad toen Vlaanderen
overal bebost was zeer overvloedig gestaan.
Het stekelige zou men kunnen laten slaan op de
omwalling. Wij houden het liever bij Ritter, die
vindt dat Hulst is gestoken in zijn wallen zoals
een monnik in zijn kraag. Die omwalling kwam
grotendeels in de 17e eeuw tot stand in drie
fasen. Rond 1620 zijn Italiaanse en Spaanse
ingenieurs aan de versterkingen bezig van de
stad, die toch als hoeksteen wordt gezien in hef
geheel van het verdedigingssfelsel van het zuiden.
„En, hoe gebuckt voor 't juck van Spanje,
Sij wierd herwonnen door de moedt
En Wapen-kragt van 't fier Orangie".
De inneming van Hulst in 1645 door Frederik
Hendrik wordt gezien als een van de belangrijk
ste wapenfeiten van de stedendwinger. Weer
werden de wallen verbeterd en aan het eind van
de 17e eeuw opnieuw versterkt. Dan is het
Menno van Coehoorn die hieraan zijn naam
verbindt.
Wij keren nog eens naar Ritter terug.
Hij vergelijkt Hulst met Veere, waar sprake is
van een tragedie, een geestverschijning. Met
Hulst is maar één ding gebeurd. Op een dag, die
helder was, zijn opeens alle klokken stil blijven
staan. De tijd hield op. Er kwam over de stad
een onzichtbare stulp.
De ban van een sprakeloze verwondering.
De mevrouw die ons de koffie toereikte, was
niet sprakeloos. „Een slechte film de Móóvie.
Zij komen er voor uit Oostende, Ronse, Charle
roi". Hoe men het ook keert of wendt. Hulst
blijft met Vlaanderen laten wij zeggen België
verbonden.
154