Zeeuwse kroniek AI, P. de Bruin Zout en zoef Het pas verschenen boek van Jan van de Kam en Wim Wolff: Op de grens van zout en zoet, ben ik eerst gaan doorbladeren. Vanwege de ruim 200 foto's van Jan van de Kam. Op blz. 66 trof ik de foto aan van een dijkglooiing, die me bijzonder trof door de kracht die er van uitging. Het onderschrift is: Zeeuwse rotskusten, en zodoende verbond ik kracht met rots. Maar de tekst van de bioloog Wolff lezend, bleek mij, dat men op de met stenen bedekte dijkglooiingen langs de Oosterschelde een groot deel van de levensgemeenschap van een rotskust kan aantref fen. Verschillende soorten planten en dieren, vooral de wieren, leven in gordels evenwijdig aan de waterlijn. Toch is er verschil in hoogte van de groei. De foto toont ons op de voorgrond een stukje glooiing van Vilvoordse steen waarop het wier hoger is gegroeid dan op het basalt. Het zwarte basalt wordt zomers veel heter dan de witte Vilvoordse kalksteen, die bovendien poreus is. Het wier droogt daardoor minder uit, vandaar het verschil in niveau. Van de Kam en Wolff leren ons met andere ogen zien. Over oude steden en stadjes merkt Wolff op dat niet alleen de architectuur en de sfeer van deze plaatsen de moeite waard zijn, maar ook de begroeiingen van de oude muren. „Muurvarentjes komen op bijna alle oude muren voor en in Veere vinden we bijvoorbeeld ook de muurbloem". Veere is ook de enige vindplaats in ons land van een slak die alleen maar een Latijnse naam heeft: Trichia striolata. Dit terzijde. De ondertitel van het boek: Portret van een 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 31