een soortgelijke naam „City of Benares" op bijna dezelfde plaats voor het dorp te pletter sloeg, tientallen Westkappelaers vormden een ketting en stonden tot aan hun middel in het water om de bemanning van boord te halen. Decennia later kwam de kustvaarder „Achilles" vast te zitten. Sleepboten trokken de coaster vlot, maar op weg naar Vlissingen kapseisde de boot, even ten zuiden van het dorp. In Westkapelle hongerde niemand meer, maar al gauw misten verzekeringsmensen uit de kajuiten wandborden en koperen sieraden. Toen er op het strand bewaking werd ingesteld, bleven er spullen verdwijnen, het bleek mogelijk aan de andere kant van het paalhoofd onopgemerkt in zee te gaan en de „Achilles" via de achterzijde te beklimmen. Westkappelaers zijn jutters, dat hebben ze van toén. Ze lopen in de grauwe vroegte langs de vloedrand, tussen hef vêêk. Ze vinden er blikken benzine of baddingen en als het meezit dozen met duizend bruikbare inktstiften, die voor een kwartje per stuk grif worden gesleten. En soms spoelt er een schip aan. Westkappelaers, die onder aan de dijk wonen kijken in zo'n nacht om het uur uit het dakraam, om te zien of het er nog ligt. Met een schip tegen de dijk heeft een Westkappelaer geen rust meer, hij is er niet weg te slaan. Toen er overal aan bejaardenwerk werd gedaan, zijn inwoners van Westkapelle eens begonnen met de organisatie van een bejaardensoos, voor West kappelaers en een enkele Westchappelaer. De eer ste keer waren er twintig, de tweede week zaten ze met z'n tienen achter de sjoelbak en de derde woensdag, toen het stormde, liepen ze met z'n allen weer langs het strand. De stormband over de pet, de jutezak om de schouders, de tranen in de ogen en het zout om de lippen. 3. Kermis. Als je wilde lachen, moest je de zaterdag vóór de Westkappelse kermis naar Domburg gaan. Dan hadden ze daar kermis en ze schoten er de gaai. Ze hadden het dat is wel duidelijk afge keken van de Westkappelaers, die het op hun ker mis deden. Westkappelaers vonden, dat Dombur gers weinig raak schoten en daarom keken ze er

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 13