stromen. Er is gevist in de Val van Terneuzen en
in de Put van Domburg. De schakelnetten zijn over
boord gezet aan het zuidoostelijke uiteinde van
de Dortsman bij Gorishoek, zij hebben de bodem
geschrobd van de Put van Wissenkerke. En van
daag gaat de tocht naar de Roggendam, tussen
Schelphoek en de Flauwers.
ledereen is op tijd, iedereen zoekt aan boord een
plekje, dat de komende uren het zijne zal zijn. Alle
gezichten verraden goede luim en hoopvolle ver
wachting, als in het eerste uur van een schoolreisje.
De Roggendam is om zo te zeggen vlak bij huis,
de morgen is nog jong wanneer het schip op de vis
gronden aankomt en zijn baantjes begint te trek
ken, van oost naar west en terug naar oost, syste
matisch als de ploeger op zijn akker. Een paar keer
brengen de korren niets boven dan krabben, wul
ken, steen en slijk, maar opeens is er een goede
vangst: tussen wier en gruis en traag tastende
zeesterren ligt een zwarte knobbelkies, juist niet
te groot om in één hand op te nemen.
„Het is er een van van een mastodont", roept de
paleontoloog over het dek.
Heel het gezelschap buigt zich over het schakelnet,
waarin een kies van onvoorstelbaar hoge ouder
dom aan het daglicht is gebracht.
„Een miljoen jaar oud," zegt de wetenschapsman.
Hij boent de vondst schoon, weegt hem op de hand,
tikt er met een hamer tegen; het veroorzaakt een
klank als van metaal op metaal.
„Dat komt doordat zo'n kies zeer veel fijn ver
deeld zwavel-ijzer bevat".
De deskundige glundert van genoegen, hij vindt
dat alleen om deze vangst de expeditie al geslaagd
mag heten. „Het is een kies van een mastodont uit
het begin van het IJstijdvak. Net als de olifant had
de mastodont in iedere kaakhelft één kies ter be
schikking, links en rechts, onder en boven dus één.
Wanneer zo'n kies versleten was, nam een volgen
de zijn plaats in. Zes keer wisselden de dieren,
daarna gingen ze dood."
Stem uit het gezelschap: „Waarmee voedden die
beesten zich?"
„Mastodonten droegen duidelijke knobbelkiezen,
wat er op zou kunnen wijzen dat het alleseters wa
ren, net als de varkens en de mens. Maar daarover
zijn de geleerden het niet eens, volgens sommige
onderzoekers was de mastodont toch uitsluitend
planteneter."
„Kunt u bepalen de hoeveelste kies dit nu was?"
„Dat valt na te gaan, ja. Een melkkies is het in geen
geval, de laatste evenmin. Ik houd het op de derde
of de vierde dat is nader te onderzoeken."
Op dit eerste sukses wordt een oorlam gedronken.