een vissersjongen, Jan Schot of een stuk bij ons berust of elders in het land, als we maar weten waar en er zeker vari zijn dat het goed geconserveerd wordt." Een locaalpatriot onderbreekt met onverheelde trots: „Met het conserveren is het bij ons in Zierik- zee in orde. En de boel verdwijnt niet in een depot, we houden er van het publiek te tonen wat we be zitten." „Zeker, zeker," beaamt de deskundige, „daarom moeten de heren straks maar kiezen welke kie- zen Het goede schip Wilhelmina glijdt naar de wal. Waarvan men ons ook kan betichten wat de pren tenboeken betreft, zeker niet dat wij ons bezondigd hebben aan persoons- of familieverheerlijking. Wanneer wij ditmaal wat dieper ingaan op een vissersfamilie is het eenvoudig omdat wij een „document" ter beschikking kregen van een een voudige vissersjongen, Jan Schot geheten. Aan boord van de ZZ8 vertelde de schipper ons over een brief, die een Jan Schot, geboren in 1792 te Tholen, vanuit Rocheforf schreef aan zijn vader Willem Schot woonachtig in de Visstraat te Tholen. Mijn vriend De Bree en ik waren bijzonder geïn teresseerd omdat het in die tijd niet veel voorkwam, dat een vissersjongen de pen hanteerde niet alleen om te schrijven maar ook om deze als tekenstift te gebruiken, zoals de reproductie van het oorlogs schip l'Océan duidelijk bewijst. Meertens wijst er in zijn Zeeuwse familienamen op, dat de naam Schot met de namen Bout, Deurloo, Quist en Kwist, tot de meestverbreide namen in Tholen behoort. Als in het slot van de brief gespro ken wordt over Twe Verkamman, dan is dit ook een typisch Thoolse naam. Twe wil zeggen Teeuw, van Mattheus. Jan Schot was bij de Marine ingelijfd in Franse krijgsdienst en wij kunnen rustig aannemen onvrij willig. Hij vertrok met de l'Océan op de laatste maart 1813 naar Rochefort, een oorlogshaven die in 1666 door Colbert als zodanig verkoren werd. De brief die Jan Schot op 12 mei 1813 uit deze haven plaats schreef valt in twee gedeelten uiteen: eerst schrijft hij over zichzelf, vervolgens komt er wat ik zou willen omschrijven als een gebed dat men be rijmd mag noemen. Hij maakt overvloedig gebruik van de Zeeuwse h of laat de letter weg wanneer hij over Art spreekt en hart bedoeld. Heel de brief ademt een sterk geloofsvertrouwen. Het hieronder volgende document waarin enkele kleine wijzigingen De ZZ-2, begintijd van de familie Schot in Zierikzee

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 21