Mededelingen van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen
OOSTERSCHELDE-CYCLUS
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen is voornemens zijn lezingenprogramma
gedurende het winterseizoen 1972/73 geheel af te
stemmen op de problemen rond de Oosterschelde.
De gedachten gaan uit naar een cyclus van 7
avonden, afgesloten door een algemene discussie
avond.
Onder de titel: DE OOSTERSCHELDE EN DE ZEE
zullen de volgende onderwerpen aan de orde
worden gesteld
Kunstmatige waterkeringen; dijken - dijkvalleir;
dammen - natuurlijke kustvorming.
De eenheid van voordelta en zeearm; morfolo
gische en hydrografische aspecten; scheepvaart
kundige aspecten.
Erodering en sedimentatie; transport en neer
slag van specifiek bodemmateriaal in relatie tot
de stroomsnelheden; transport van suspended
solids in relatie tot eb en/of vloed overschotten;
sedimentatie in stagnerend water.
„Zeeuwse Meer" een multidisciplinaire benade
ring van het veiligheidsaspect (waterbouw
kundig, landschapsarchitectonisch, biologisch en
hydrografisch).
De aquabiologische problematiek; gevolgen van
loskoppeling van zee en Oosterschelde (biolo
gisch en visserijkundig behandeld).
Waterhuishouding en ruimtelijke indeling.
Het menselijk element nader bekeken; wijzi
gingen in de verhouding van de mens tot zijn
omgeving; het onveiligheidssyndroom.
Deze lezingencyclus zal toegankelijk zijn voor
leden zowel als niet-leden van het Genootschap.
In verband met de plaatsruimte zullen echter
maximaal 130 belangstellenden kunnen worden
toegelaten.
Nadere bijzonderheden over tijdstip en plaats van
de voordrachten zullen zo spoedig mogelijk worden
bekendgemaakt. Tevens zal dan worden aange
geven hoe men zich voor deelneming aan deze
cyclus zal kunnen opgeven.
De besturen van het Koninklijk Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen, de Bond Heemschut
(Provinciale Commissie Zeeland) en het gemeente
bestuur van Middelburg, nodigen belangstellenden
uit, deel te nemen aan een op donderdag 5 en
vrijdag 6 oktober 1972 te houden congres onder
de titel:
„LEVE(N)DE BINNENSTAD".
Tijdens dit congres zal de problematiek van de
binnenstad, met enige nadruk op de problematiek
van de historische binnenstad, aan de orde worden
gesteld, niet alleen in de vorm van min of meer
theoretische benadering van de verschillende as-
pekten van dit vraagstuk, maar ook door het
poneren van doelstellingen en suggesties voor een
praktisch beleid. Tijdens het congres zal er ruim
schoots gelegenheid tot discussie bestaan. Een
tentoonstelling, gewijd aan de Europese binnen
stad, is gedurende de congresdagen te bezichtigen.
Congresvoorzitter is op de eerste dag Drs. P. A.
Wolters, burgemeester van Middelburg, op de
tweede dag Mr. J. Klaasesz, oud-commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland. Mr.
Klaasesz zal aan het slot van het congres con
clusies formuleren. De President van „Europa
Nostra", the Right Honourable Duncan Sandys
M.P., zal op de tweede dag het congres toespreken.
De volgende deskundigen zullen tijdens het congres
spreken:
cp donderdag 5 oktober:
Prof. Dr. E. H. ter Kuile, oud-hoogleraar in de
architectuurgeschiedenis aan de Technische Hoge
school te Delft:
„De cultuur-historische betekenis van de binnen
stad"
Dr. J. Buit, lector in de planologie aan het Geogra
fisch en Planologisch Instituut der Vrije Universi
teit te Amsterdam:
„De economische betekenis van een levende bin
nenstad"
Ir. R. Meischke, medewerker Afdeling Beschrijving
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te
's-Gravenhage:
„De toekomst van de oude binnensteden"
Prof. Ir. J. F. Berghoef, oud-hoogleraar in de ar
chitectuur aan de Technische Hogeschool te Delft:
„Vorm en struktuur van de binnenstad"
op vrijdag 6 oktober:
Ir. C. de Cler, direkteur afdeling stedebouw en
sanering bij de Centrale Direktie aan de volkshuis
vesting en de bouwnijverheid van het Ministerie
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
„Beleidsaspekten van het wonen in de levende
binnenstad"
188