leen uit een oogpunt van kosten, maar ook als ver tragingselement in de besluitvorming van de over heid. Immers een deel van de overheidsinspanning is gericht op het controleren van lagere organen, terwijI de laatstgenoemde weer een deel van hun arbeidsveld vinden in het bepleiten van belangen bij de hogere instanties. Tenslotte is daar het argument van de betere be tere bezetting van het ambtelijk apparaat en de bestuurlijke posten. Dit lijkt op het eerste gezicht waarschijnlijk, maar de ervaring leert dat men in het algemeen niet begint met een nieuwe politieke en ambtelijke top te creëren, doch eerder vanuit de bestaande constellatie doorschuift. Bij ons in Zeeland Indien men een kwalitatieve verbetering van het bestuur beoogt in een bepaalde regio i.e. Zeeland zal het vooreerst nodig zijn de problemen van het ogenblik te beschrijven en de onderzoeken. Waar liggen precies de moeilijkheden? Dit beschrijvende gedeelte laat staan de analyse is naar mijn beste weten nog niet in het licht verschenen. Wel wordt een aantal algemene kreten geslaakt als: bestuurskracht, slagvaardigheid, bestuurlijk even wicht enz. maar in concrete problemen-van-bestuur (niet van financiën) zijn deze niet te achterhalen. Het wil mij voorkomen, dat men bij pogingen daartoe toch blijft steken in algemeenheden als ontwikkelings-sfrategie, beleidsvisie enz., zaken die op zich óf ongrijpbaar, dan wel in een veel groter verband (nationaal of internationaal) moeten wor den geplaatst. Zelfs de veel geciteerde ruimtelijke ordening reken ik daar toe; het milieubeheer blijkt in onze regio zelfs internationaal van betekenis. Gemeenschappelijke regelingen Natuurlijk komt men onvermijdelijk met de gemeen schappelijke regelingen op de proppen: daar moet hoognodig vanuit onze democratische gezindheid iets aan gedaan worden. Behalve deze kreet heb ik over het funktioneren van gemeenschappelijke regelingen nooit bijzonder veel betrouwbaar mate riaal onder ogen gehad. De indruk bestaat, dat er echt niet zoveel aan de hand is bij deze vormen van bestuur. Bovendien zijn er een aantal exempels waarvan de nuttigheid voornamelijk bewezen wordt door de uitvoerende funktie (huisvuil verwijderen b.v.) waarbij de burger niet maalt over de bestuur lijke vormgeving waaronder dit gebeuren plaats vindt. Daarbij komt ook dat men langzamerhand toch enigszins de gedachte opzij moet zetten dat elke overheidsinstitutie ingebed moet zijn in een politieke verantwoordelijke structuur. Hiermede is niet gezegd dat de politieke controle terzijde wordt gesteld, doch dat deze niet direct behoeft te zijn, b.v. via een omweg kan lopen, zoals de besturen van gemeenschappelijke regelingen dikwijls uit ge kozen bestuurders van gebiedscorporaties bestaan. Uit een oogpunt van kostenbesef mag men de te genwoordige situatie ook niet terstond veroorde len. Veel gemeenschappelijke regelingen worden uitgevoerd administratief gezien op zeer efficiënte wijze als onderdeel van een gemeentelijk apparaat. Ook het feit dat soms drie vergaderin gen van verschillende regelingen op één morgen kunnen worden gehouden, appelleert aan een ge voel voor doelmatig werken. In een (ongepubliceerde) case-study, destijds uitge voerd voor de afdeling bestuurskunde van de Vrije Universiteit kwam b.v. duidelijk tot uiting dat de Ambulancedienst Bevelanden als gemeenschappe lijke regeling voortreffelijk gerund werd door de toenmalige gemeentesecretaris van Borssele. De apparaatskosten werden hierdoor tot een minimum teruggebracht en de constructie van één verant woordelijke man onder het bestuur waarborgde ook een grote effectiviteit in de dienstverlening (ook voor de melding van klachten e.d.) Democratische controle Het argument van het ontbreken van democratische controle op deze gemeenschappelijke regelingen spreekt mij niet zo aan. In de praktijk blijkt men steeds in geval van wantrouwen of wanbestuur wel degelijk wegen te vinden om die democra tische invloed gestalte te geven. Zelfs in geval van een overheids n.v. qua controle nog minder grijpbaar dan een gemeenschappelijke regeling is met name in Zeeland het effect van een democra tische controle toch wel gebleken. Een ander aspekt dat in de Zeeuwse situatie toch nog aan de orde moet komen is de relatie be stuursvorm en bestuurlijk gebied (de bestuurden daarbij in ogenschouw genomen). Wij moeten dan constateren dat Zeeland geen grote steden heeft, slechts één groot stadsbestuur, namelijk het provin ciaal bestuur. Dat klinkt niet erg chauvinistisch, maar het is als een wetenschappelijke stelling bedoeld. De reacties die de plannen voor gewestvorming bij de meeste gemeentebesturen hebben opgeroepen bewegen zich ook min of meer rond de consequen ties van de eerder genoemde stelling. De vraag is veelal: is dit in Zeeland nodig of meer beeldend gezegd „wat kaap je d'r voo" (Schouwen)? Inderdaad moeten er meer nuchtere mensen de overhand krijgen. Als theoretisch model, als be stuurlijke legpuzzle kan men er mee spelen en ten slotte een zekere spelvoldoening mee verkrijgen. Het keiharde feit blijft dat onvoldoende is aange toond waar de moeilijkheden -bestuurlijk gezien liggen, of gewestvorming deze kan oplossen dan wel of in het bestaande patroon dat niet persé verwerpelijk is verbeteringen zijn aan te bren gen.3) Persoonlijk ben ik van oordeel, dat er voor de gewestvorm geen behoorlijke ruimte is in de be stuurlijke structuur van Zeeland of om het bevat telijker te zeggen; gewestvorming in Zeeland is voe mien kantooi maaien mie 'n kombijn! Dit artikel is geschreven op verzoek van de redactie. De auteur neemt hierin afstand van zijn dagelijkse beslomme ringen ten provinciehuize en van de denkbeelden van zijn politieke vrienden. 2) Zie Zeeuws Woordenboek, pag. 226, rechterkolom. 3) ln dit verband wordt verwezen naar de voortreffelijke be schouwing van drs. C. de Schipper in de PZC van 23 maart 1972 getiteld Heeft het provinciaal bestuur toekomst?" 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 4