den in 1655, hef huis opnieuw bouwde en de
buitenplaats verfraaide. Ook hier weer een aan
duiding dat wij met het einde van de jaren
veertig of begin vijftig hebben te maken. Het is
niet teveel gezegd dat de bouw en verbouw van
de buitenplaatsen is begonnen in een tijd dat
Zeeland geen oorlogsgevaar meer had te duchten;
de vrede van Munster (1648) kan een indicatie zijn.
De gravures leren ons dat Zeeland in een
bloeiperiode verkeerde, met grote bedrijvigheid
te water en ie land. Dat mag ons echter niet
de ogen sluiten voor het feit van sociale misstan
den. Bedelarij kwam veel voor, zoals verscheidene
platen laten zien, evenals zwervend volk, zoals op
de prent van Haamstede. Daarentegen was het
buiten Vlissingen goed picknicken. Goes, met een
groot aantal molens, toont op de voorgrond land
arbeiders aan de schaft en een tweetal aan het
pikken (graan oogsten). Dat de natuurlijke behoef
ten ook natuurlijk zijn tonen ons prenten van
Veere en Bruinisse.
Kortom, in dit kijkboek worden ons een aantal
beelden gegeven, die meer zeggen dan uit veel
boeken is te leren. Met de befaamde kroniek van
Smallegange (1696), waarvan het plaatwerk min
stens zo belangrijk is als de tekst, is Zeeland
met de Speculum Zelandiae zeer bevoorrecht.
Speculum Zelandiae, dat is een beschryvinge ofte afbeel-
ding der steden, ambachtsheerlijckheden, dorpen, castelen,
ridderlijcke hofsteden, huysen en gebouwen gelegen inde
eylanden en de graeflijcxheyt van Zeelandt....
De provinciale bibliotheek van Zeeland te Middelburg
is in hef bezit van een tweetal edities van dit werk, n.l.
de uitgave door Nicolaus Visscher en die door Wed. Ot-
tens en Zoone, beide te Amsterdam.
Zie over hem o.a.: C. Koeman, Atiantes Neerlandici, III
(Amsterdam, 1969), pp. 150-184.
Zie over hem: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen,
2 (Middelburg, 1893), p. 539.
Het betreft hier prenten van o.a. Aagtekerke, Baarland,
Bommenede, Kapelle, Middelburg, Renesse en Steenhoven,
aie gedeeltelijk in particulier bezit en deels in de Histo-
risch-Topografische Atlas van het Kon. Zeeuwsch Genoot
schap aanwezig zijn. De prenten zijn in detail gelijk aan
die van de uitgave van Nic. Visscher, met dien verstande
dat ze genummerd zijn en in de rand aan de onderzijde
,,Z. Roman Excud" vermelden. Vgl. W. S. Unger, Cat.
Hist.-lop. Atlas van het Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen, 2 (Middelburg, 1940), nr. 1541.
Zelandiae comitatis nivissima tabula, delineata par Nico-
laum J. Visscherum. Deze kaart is aanwezig in de Hist.-
Top. Atlas van het Kon. Zeeuwsch Genootschap (catalogus
Unger, 2, nr. 95). Over de titel is een andere geplakt
met dezelfde inhoud, waaraan toegevoegd: anno 1655.
Op deze tweede titel is weer een strookje geplakt waar
op: et Zachariam Roman. In 1655 verkreeg Roman voor
de tijd van tien jaar octrooi voor het uitgeven van "spe-
ciaale caerten van Zeelandt, Brabant en Vlaanderen". (No
tulen Staten van Zeeland, 28 april 1655).
Vgl.: M. F. Lantsheer en F. Nagtglas, Zelandia 111 ustrata,
1 (Middelburg, 1879), p. 29.
Deze kaart is niet teruggevonden en alleen bekend uit
een aantekening van J. Verheye van Citters bij de onder
(5) genoemde kaart van Visscher.
Tot deze conclusie zijn wij gekomen op grond van ver
gelijkend onderzoek van prenten in de Hist.-Top. Atlas,
in particulier bezit, en de ons bekende exemplaren van
Speculum Zelandiae. Een_ verwijzing naar literatuur is niet
mogelijk: in de gebruikelijke bibliografieën worden de ver
schillende uitgaven niet beschreven.
207