Kompositie 1932, rood-wit-zwart-gi ijs Moss, bij haar leven al een schaduwfiguur, na haar dood ver van praktisch alle handboe ken der moderne kunst en de lezers daarvan heeft gehouden. De collectie schilderijen, tekenin gen en plastieken kwam nog eenmaal met niet overweldigend succes uit het plastic voor de tentoonstelling die Willem Sandberg in 1962 een maandlang in het Amsterdams Stedelijk Museum aan Moss wijdde. 2) Daarna viel met het nieuwe plastic het doek voor Marlow Moss. De collectie kwam terecht in huize 'Antoi nette', bij de eigenaresse, de schrijfster A. H. Nijhoff, de grote vrouw en vriend achter Mar low Moss. Door haar intense gebondenheid aan het werk kon ze er zeer moeilijk afstand van doen, zelfs niet voor een korte tentoonstellings periode. Slechts na grote en herhaalde aandrang stem de A. H. Nijhoff uiteindelijk toe in een expositie "als dat het grote werk van Marjorie kan helpen" en "als het maar niet buiten Walcheren is". A. H. Nijhoff, die al was het alleen maar met de catalogus voor de Amsterdamse tentoon stelling in haar leven een monument voor Moss heeft opgericht, heeft de expositie in de Vleeshal niet meer kunnen meemaken. 3) Deze kwam tot stand door toedoen van haar zoon, Wouter Stephan Nijhoff, huidig bewoner van "Antoinette", die zijn regel "niet het recht te hebben een dergelijke collectie voor mij alleen te houden" enige praktijk meegaf. Het atelier te Penzance, Cornwall, 1958 Marjorie Jewell Moss wordt op 29 mei 1890 geboren in Richmond, Surrey, uit schatrijke ouders, zakenlieden, half-joods. Ze blijkt al jong zeer muzikaal, geeft op haar twaalfde jaar zeer bewonderde pianoconcerten, maar tuberculose maakt aan deze wonderkindperiode een afdoend eind. Er volgen jaren van herstel, gedwongen nietsdoen. Beter, wil ze verder in de kunst, beroepsmatig. Haar familie wijst dit af. Ze neemt balletles. Dan volgt de complete breuk met haar familie. Marjorie Jewell Moss gaat als een arm meisje naar de kunstacademie, eerst St. Johns Wood, later Slade. De periode duurt niet lang: haar geloof in het kubisme leidt tot een verwijdering van de naturalistisch-copiistisch in gestelde Slade School (1919). Er is meer. Marjorie Moss staat niet alleen tegenover haar familie als een eigenzinnig, min of meer verdwaald persoontje. Ook de "wereld" heeft moeite met haar, zoals zij moeite met die wereld heeft. Ze ontdekt in zich andere dan algemeen gangbare en aan vaarde vormen van contact, omgang, leven en mens-zijn. Ze ontvlucht de wereld, ontdekt Madame Curie en komt terug als een vechter. Ze gunt zichzelf de luxe van een wedergeboor te: Marjorie Jewell Moss wordt Marlow Moss. De schrijfster A. H. Nijhoff, aan wie ze later zoveel (te danken) zal hebben, heeft over die periode gezegd: "Ze leeft roekeloos, ze doet vreemde ervaringen op, sluit gevaarlijke 216

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 24