Grafmonument A. H. Nijhoff, begraafplacts Biggekerke, 1972
(foto Charles Strijd)
vriendschappen. Ze heeft behoefte zich bloot
te stellen, haar kracht te meten".
In 1927 ziet ze in Parijs, waar ze zich inmiddels
gevestigd heeft, het werk van Mondriaan.
Ze ontmoet hem twee jaar later. Dan heeft ze
een leerperiode bij Léger en Ozenfant 4) achter de
rug. Voor haar is een nieuwe dag aangebroken.
Het is de dageraad van haar "space, movement
and light", ruimte, ritme en licht. Ze werkt als
bezeten. Een bijzondere produktie, waarvan
slecht enkele werken de internationale salons
halen, komt uit haar handen, totdat de oorlog
toeslaat. Ze vlucht via Zeeland en Holland naar
Engeland. 5) In 1944 wordt praktisch haar gehe
le oeuvre in Frankrijk (Gauciel) bij een bombar
dement verwoest.
Dat weerhoudt haar er niet van om in Engeland,
na de oorlog afgewisseld met Biggekerke, op
nieuw aan het werk te gaan, zeker als blijkt dat
haar overigens weinige tentoonstellingen succes
vol zijn. Ze sterft op 23 augustus 1958 in
Penzance, Cornwall, 68 jaar oud.
We kunnen 1927 zonder veel kans op bezwaar
het tweede en grote keerpunt in het leven van
Marlow Moss noemen. Haar bezig zijn met het
Plastiek, 1946
kubisme en de afgeleide vormen heeft haar al
bij een aflerend constructivisme gebracht. Ze
experimenteert, wint aan soberheid. Haar kennis
making met het werk van Mondriaan is in
die beweging afdoend. Ze erkent en herkent
de meester op het terrein dat ze zich voor haar
onderzoekingen eigen heeft gemaakt. Ze ziet
ruimte, ritme en licht in volmaakte harmonie.
Hier is ze getuigt er later van -in de
vormcultuur de op dat moment grootst denkba
re stap naar het volkomen evenwicht, de vol
maakte zuiverheid gezet. 6)
Moss kent haar richting en werkterrein en gaat
bij wijze van verder experimenteren op
zoek naar de voor haar geëigende middelen om het
doel van die richting te bereiken. Op dat mo
ment begint - zichtbaar het verhaal van de
kunstenares Marlow Moss.
Het is het verhaal van het neo-plasticisme, tot
op zekere hoogte het verhaal van Mondri
aan, een levenlang zoeken naar een zo hoog
mogelijke graad van zuiverheid, vaak moei
zaam bevochten op een besmet mens- en
natuurbeeld. Dat verhaal behandelt buitenli
teraire schilderkunst, kunst onderworpen
aan de strenge wetten van de gelijkvormig
heid, de kunst van de constante waarde. Er
zijn de elementen geduld, zuiverheid, even
wicht, een harmonie in en met hef al. Met
Marlow Moss (links) met A. H. Nijhoff
217