£rl t^ticJ^3C^s^i£jt H p.rtoto DM A M T^> ft /y.ye AAa^^ AA^otï- tLs-as) #«-vJb Y/0^ <2"*~/ -j i -AO 4»J--'Uj (2L<Z^ C v/" ■^LA tf-v L4 jzrin t-vt^ ^L;/A-VA -^<2Jt-l<uJL$ /Oyvu- ^—a-^^-^. f) l ^jLjyZla. <4r-~—~ a*^y^A /y\*^Xi,4L&Jhr* 4^a y^Xjm. (F&éA, /VO-tr-l -^-AAo. j^A-tS'Vvi *-v*-w *-*- ?—*^^-*-\. A-w/ /-ƒ oJCLlolv -^L*-^ot-a CCf i? *-"^5jt <?t Correspondenlïekaart van Mondriaan materiaal waarmee de harmonie op het plat van het schilderij bereikt wordt, komt voort uit reductie, een afdingen op de natuur en het "vormend" materiaal dat van die natuur het gevolg is. Aan het eind van de beeldende reductiefactoren die in theorie en naar blijkt ook de praktijk van het neo- plasticisme de daadwerkelijke gang van za ken bepalen, staan de enkele lijn en de enkele kleur. Het Huis "Antoinette" te Biggekerke, 1972 (foto Charles Strijd) Men heeft Moss vaak ze was daar trots op verward met Mondriaan. Er was, zeker in haar beginperiode, een duidelijke overeenkomst met de wijze van schilderen van Mondriaan, al week ook de techniek door een grotere materi aalbeheersing van miss Marlow, toen al belang rijk af. De verschilpunten zijn echter interessant voor wie het neo-plasticisme wil volgen talrijker. Mondriaan schildert, tweedimensionaal. Moss, tekent, schildert en maakt beelden. Tussen het schilderij en de sculptuur staat in dit geval de vorm. Mondriaan wars van vorm, bereikt een zuiver ritme van de lijn, Moss de beeldhouw ster heeft er de zuiverheid van vorm in de derde dimensie bij nodig. Ze haalt die ook. Ze benut die vorm op ander terrein en hier ontloopt ze Mondriaan volledig. Zo werkt ze hevig met structuren, voornamelijk om het "vlakdelende karakter" van de lijnen te ontlopen. Ze brengt hout op haar doeken, in hoog-re- liëf. 7) In eerste aanleg plakt ze linnen fragmen ten op een groter doek. De meeste van haar schilderijen hebben een verschillende gelaagd heid van verf. Gaat ze bij een "normaal", "plat", doek al uit van zeven verflagen, in haar wisselende doeken geschiedt het opbrengen van deze lagen in zwaardere of lichtere mate, zodat ook de verf in de structuur en daarmee de lichtwerking meespeelt. Marlow Moss werkt met touw en ijzerdraad, conscentieus gespannen ver vangingsmiddelen voor de deellijnen. Al gauw wordt het koord touw, later kabel. 218

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 26