Mondriaan intussen houdt zich bij het volkomen
platte vlak, al krijgt dat door zijn in veel gevallen
beslist onvoldoende verfbehandeling iets van struc
tuur mee.
In 1930 zorgt miss Moss in de neo-plasticistische
wereld voor een revolutie door het principe
van de enkelvoudigheid prijs te geven. Ze
voert de dubbele lijn in. Mondriaan vraagt
opheldering en krijgt die: die enkele lijn is
een siatisch element, anti-ritmisch, een af
sluiting en begrenzing van de compositie.
Twee jaar later vindt men de dubbele lijn
terug bij Mondriaan, eerder nog bij die
andere neo-plasticist pur sang, Jean Gorin,
eveneens een geziene gast in Biggeker-
ke.
En dan is er tot haar dood in 1958 de trouw
aan de beginselen van haar richting, behalve
kunstrichting ook levensrichting: zuiverheid zon
der compromis.
Mondriaan was kort voor zijn plotselinge
dood in 1944 reeds bezig van de compromisloze
abstractie lerug te keren tot een abstrahering
van een wezen sterk naturalistisch beeld: de
stad New York. 8) Marlow Moss heeft dan ab
stracte composities in louter wit al jaren achter
de rug, heeft de lijn geëlimineerd en alles
teruggebracht tot kleur, het haar zo hinderende
zwart inclusief.
Tot slot het wezenlijk verschil tussen weten
en voelen, Mondriaans voelen van de com
positie en Marlow Moss' weten van het
evenwicht. Elk van haar latere schil
derijen is het produkt van soms duizeling
wekkende berekeningen (ze studeerde op
latere leeftijd architectuur), op schetspa-
piertjes uitgevoerd met passer en potlood,
daarna op schaal ingeplakte kleurige vlak
jes. Mondriaan bereikte eenzelfde evenwicht
op het gevoel, al was ook zijn denken zeker
wiskundig beïnvloed.
Toch vindt deze uiteindelijk zo onafhankelijke
Moss op haar exposities in de eerste plaats
succes als "lid van de Mondriaanschool." Ze is
er niet rouwig om, integendeel. Die onafhanke
lijkheid wordt evenzo duidelijk op het gebied
van de constructies. Men kan - hoogstens een
lichte verwijzing aantreffen naar het werk van
Max Bill, een Brancusi, een vroege Arp,
punten van overeenkomst eerder dan navolge-
rij.
Miss Moss komt overtuigend naar voren op de
groepstentoonstellingen van Les Surindépen-
dants, Abstraction Création, Group 1940, Anglo
American, Réalités Nouvelles, Escape, ze neemt
deel aan de geruchtmakende tentoonstellingen in
Basel (1937) en het Amsterdams Stedelijk
(1938), Hannover Gallery (1953), Creuze (1955)
en nogmaals Hannover (1958). Pas na haar dood
1962 gaat men in het Amsterdams Stede
lijk, waar 59 van haar werken worden getoond,
verder kijken dan Mondriaan.
De weinige bekendheid bij haar leven is ongetwij
feld een gevolg van verschilllende factoren. Miss
Moss en haar omgeving hebben zich altijd met iets
van afzondering omgeven. Er was bovendien een
bescheiden aard in het spel, die mag blijken uit
uitspraken als deze: "Ik heb geschilderd, de rest
gaat me niet aan." En dan was er het bombarde
ment dat het grootste deel van haar collectie
heeft verwoest.
Is het stille optreden van deze wonderlijke
vrouw aan de voet van de hoge Walcherse
duinen een toevalligheid of anderszins
geïnspireerd op Mondriaans verblijf op het "ei
land van licht en lucht"? Neen. In haar moeilij
ke, eerste sloppentijd in Parijs wordt ze letter
lijk uit het slop gehaald door A. H. Nijhoff, die
Marlow Moss, 1938 (foto W. S. Nijhoff)
219