WmmmË mm t, x- Bovenuit het privaat komt een grappig stukje aarde werk, een zogenaamd FOPKANNETJE (afbeelding 8, datering midden 1 5e eeuw). De enige manier om uit dergelijke kannetjes te „drinken" is, dat je aan de mond van het dierenkopje zuigt en dan tegelijkertijd je vinger houdt op een klein gaatje dat in de binnen- kromming van het buisvormig oor van het kannetje is verborgen. Het kannetje is vervaardigd uit witte pijpaarde dat met een groene laag loodglazuur is overtrokken. Een tweede exemplaar, gevonden in de gracht is geheel geglazuurd. Afb. 9. Metalen bord (diam. 26,0 cm) met ingestempeld wapen op de rand; in het midden slordig afgwerkte reparatie, (foto R.O.B.) Afb. 1 0. Detailopname van het wapen op het bord van afbeelding 9; hoogte wapen 1,5 cm. (foto R.O.B.) Étf» «Li - - -u: Afb. 1 1Bakje met ten dele in een witbakkende klei uitgevoerde reliëfversieringen; roodbruin aardewerk met iets groenig lood glazuur; hoogte 14,5 cm, lengte 22,5 cm, breed 8,5 cm. (foto R.O.B.; restauratie 0. Goubitz R.O.B.; drie van de vier mannen- kopjes zijn bij de restauratie erbij gemaakt, één is er origineel). BORD MET WAPEN Uit de zuidelijke gracht van het kasteel is afkomstig een zwaar metalen bord (afbeelding 9). Het metaal moet nog nader worden onderzocht. Het lijkt een zilverlegering te zijn. Op de onder- en bovenzijde is een dikke laag lood aangebracht om een gat te repareren, hetgeen niet best is gelukt. Op de onder zijde van de rand staan enkele onduidelijke merken. Op de bovenzijde is een fraai wapentje ingestempeld (afbeelding 10), dat aan het Bourgondische wapen doet denken, vergelijk het wapen op de tegel van de kacheloven (afbeelding 2). De datering zal waar schijnlijk wel weer tweede helft 15e eeuw zijn. Tot slot van deze kleine opsomming van merk waardige vondsten uit het kasteel van West-Sou burg nog een aardig voorbeeld van aardewerkkunst (afbeelding 11) in de vorm van een met maskers versierd bakje, dat naar men wel beweert, voor het inzetten van zwavelstokjes zou hebben gediend. Het is in ieder geval een zeldzaam stukje sieraardewerk, waarvan mij tot nu toe slechts één vergelijkbaar exemplaar bekend is. Het komt voor in de bekende verzameling van de heer H. J. E. van Beuningen (Rotterdam/Langbroek); het is afgebeeld in: „In kannen en kruiken", Nederlands gebruiksaardewerk van de 11 e tot de 1 6e eeuw. Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam 1963. Beide bakjes hebben een gekanteelde bovenrand en ten dele in gele slib uitgevoerde maskers; het glazuur is groenig tot kleurloos loodglazuur. De datering zal vermoedelijk tweede helft van de 1 5e eeuw zijn. Voetnoten: 1Duits: Kachel; Nederlands: kachel of kakel. In oude inventa rissen en rekeningen worden de ovens aangeduid als „Cachel- oven, kachelavent, kakeloven of stave. Zie B. Dubbe, De kacheloven in onze gewesten, pagina 1 8 (Uitgave N.V. De Tijd stroom, Lochem 1966). 2. B. Dubbe: De kacheloven in Nederland, in: Mededelingenblad van de vrienden van de Nederlandse ceramiek, 32, 1963, pagina 1 (-31 3. Anna van Bourgondië was voordien gehuwd geweest met Adriaan van Borssele, heer van Brigdamme; hij overleed op 6 juni 1 468.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 14