Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen klein werfje begonnen, dat geschikt was voor vis sersschepen en dergeljke. Hij werd uiteraard een zware concurrent voor Van Duivendijke. Laatst genoemde had volop werk, maar werd in 1 898 door een tjalkschipper, die een grote reparatie had doen verrichten, dusdanig in financiële moeilijkheden gebracht, dat hij ondanks het bijspringen van een familielid uit Tholen (D. van Duivendijk), het werfje toch moest liquideren. Met het werfje van Van der Velde, die er een café en wachtlokaal voor de tram aan had verbonden (men kan nóg lezen: „Hier waarschuwt men voor den tram".), ging het goed. Het kreeg nogal wat repa- ratiewerk door de zouthandel, die van Engeland op Zierikzee met Thames barges en smakschepen werd onderhouden. Omstreeks 1915 werd het werfje overgedaan aan de familie De Bruin, afkomstig uit Zeeuwsch-Vlaande- ren. Het café werd afzonderlijk overgedragen en wel aan de eveneens uit Zeeuwsch-Vlaanderen afkom stige familie Claessens, die voor de mosselteelt naar Zierikzee was gekomen. Het café kreeg de toe passelijke naam „De Mosselbank". Mede door toe doen van mr. A. J. F. Fokker, voorzitter van het be stuur der visserijen op de Zeeuwse stromen - die ook vissers uit andere Zeeuwse vissersplaatsen naar Zierikzee had aangetrokken kreeg het werfje veel reparatiewerk aan toen nog uit hoogaarsen en botters bestaande visserijpolitie-vloot, terwijl ook af en toe een vissersvaartuig uit Heijst of Zeebrugge op de helling moest. Vissers uit genoemde plaatsen waren tijdens de oorlog 1914-1918 in vrij groten getale met hun schepen naar Zierikzee uitgeweken. Een tiental van hen viste vanuit Zierikzee. In 1 921 ging de werf weer over in handen van een bekend Zeeuws scheepsbouwer: J. van Duivendijk (thans in Terneuzen woonachtig). Laatstgenoemde hield de werf in stand tot 1929. Ook hij kreeg visserijpolitiescheepjes en verschillende vissers schepen uit Ouddorp-Goeree en uiteraard ook uit Zierikzee in reparatie. De ijzeren bouw van vissers schepen was toen evenwel reeds zover gevorderd, dat er voor houten schepen praktisch geen werk meer was. Geleidelijk verdwenen zij van de Zeeuwse stromen Het is opvallend, dat zo lang de kleine werven in Zierikzee hebben bestaan, namelijk van 1857 tot 1 929, hier nooit een „hengst" is gebouwd. Dit moet worden verklaard uit de omstandigheid, dat de hoogaars een uitgesproken Oosterscheldeschip is, terwijl het andere scheepstype, de hengst, thuis hoorde op de Westerschelde. Langs de boorden van de Westerschelde werd dit type dan ook veel vuldig gebouwd. Tot voor enkele jaren kon men aan de Scheeps- timmerdijk te Zierikzee de restanten van het hier boven beschreven werfje nog zien, maar ook deze zijn op een klein loodsje na, spijtig genoeg, ver dwenen Bronnen: 1Zierikzees Nieuws- en Advertentieblad d.d. 1 januari 1915. 2. Verslagen van de toestand der gemeente Zierikzee vanaf 1 850. 3. Zierikzeesche zeilvaart in de 19de eeuw. Gegevens verzameld door A. de Vos. 4. J. van Beylen: Zeeuwse vissersschepen van de Ooster- en Westerschelde. (Antwerpen, 1961). 5. Archief Vissersvereniging „Helpt Elkander" te Zierikzee. 6. Familie-archief mr. A. J. F. Fokker. 7. Mondelinge mededelingen van de familie Van Duivendijk. 8. Repertoire van de gemeente Zierikzee. Lezingenprogramma van de JURIDISCHE WERK GROEP: donderdag 25 januari 1973: mr. J. G. L. Reuder spreekt over „Het Kort Geding." dinsdag 3 april 1973: (naar alle waarschijnlijkheid) mr. dr. C. Smit behandelt „De Scheidekwestie." Hierbij komen de wettelijke regelingen met betrek king tot de Westerschelde in de loop der eeuwen aan de orde. Willen de leden der juridische werkgroep, die hun con tributie over 1972 nog niet betaalden dit thans onverwijld doen? Storting van minimaal f 5,- op rekening van dejuridische Werkgroep bij de AMRO-bank te Middelburg, rekening- no. 47 70 41 450; het gironummer van de bank is 97721. 218

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1972 | | pagina 26