drie gedichten andré oosthoek zomer aan zee als de dagen waren geteld de dagen van zeezout opstaan tussen groene wieren met een adem van vooral ver de dagen waarin de hoofden rolden als papaverkoppen bedwelmend stonden zee en land tegen elkaar op vervloeiden op die aanraking en sleurden het kindzijn mee in die vreemdgeurende stroom van het leven op het land vage hofsteehonden, paardehoeven en het goud van rode pronkboerinnen van opstaan werd niet meer gesproken bruine zonverbrande hoofden verdwenen in bonte zakdoeken en ijl gelach en het hoge waaiende gras las zeer discreet uit eeuwenlange sprookjesboeken de zon ligt als madame recamier op het strand, waar mannetjes met buiken schaterend van bosch naar brueghel hollen: in heel veel hoofden draait een zware schijf vol schepen. de straten van de stad persen - ach en wee - knappe kindertjes uit hun lijf maar op de achtergrond is er altijd wel een witte wolk vol meeuwen die ze opvreet stuk voor stuk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 24