niemand had er over gesproken 25 niemand had erover gesproken maar toen in de nacht de klok sloeg wist ieder het water. de andere dag werd er niet gezongen in de kerk, het koor, de mannen stonden aan de dijk. de vrouwenkant was vol met zware rouw en rozenkransen. plotseling wist je dat tussen bolle harde koeien ooms en tantes aanspoelden, zag je de grote witte boot voor de overkant scheef en onttakeld op het vette land en net over de dijk een lange smalle rand van kleine hobbelpaarden en meisjespoppen zonder kleren. het was de dag van het grote water dat je mooi vond en rechtvaardig. het was de maand van de heilige kindsheid: kranten met de eerste bleke foto's, rode kruis-kleren, helicopters, soldaten en een regeringsdakota die steeds meer zakken aanvoerde. één pak trof de buurman, die was toen ook dood. maar, al bij al, het grote water wilde op ons hoge stukje land niet komen en de school ging als een noodeditie door. het gedicht „als de dagen waren geteld" dateert uit 1959, „zomer aan zee" werd eerder opgenomen in het tijdschrift voor letteren „maatstaf" (1968), „niemand had erover gesproken" is van 1970.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 25