jacques prince en zijn werk aan het zeeuws woordenboek En niet minder plezier moet hij hebben gehad in de onbeholpen „printjes" op de doppen van hetslabberjanspel (869). Dat had Van Schagen óók, die ze op mijn verzoek van de originelen na tekende, omdat ik voor geen geld de kans wilde lopen, dat er eentje bij het heen en weer sturen kapot of kwijt zou raken: ze kwamen uit hetzelfde „kam- menet" als de kinderdoeken van straks, even dierbaar familiebezit van ,,'t ouwe mènse". Voor Jacques Prince is zijn taak aan het woordenboek slechts een aanloop ge weest. De vrije ontplooiing van zijn ga ven beleefde hij eerst, toen hij voor de Provinciale Zeeuwse Courant en andere bladen zijn meesterlijke prenten ont wierp, die in steeds wijdere kring ge kend en bewonderd werden. Veel te vroeg heeft de dood deze opgang af gebroken. Hij gaf ons veel in zijn korte, boordevolle leven, en liet veel achter dat blijven zal. Onder dit blijvende zijn ook de illustraties in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten, die aan dit werk een bijzondere waarde hebben toe gevoegd. Aloude facetten van arbeid en spel, werk- en voertuig, sieraad en kostuum kregen door zijn weergave de onmiddellijke belichting, die geen om schrijving zó geven kon; door zijn eer bied en liefde voor lijn en vorm, ook van de eenvoudigste gebruiksvoorwerpen, zijn deze in zijn uitbeelding levend be waard. dender pit

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 16