de middel-burgers
(1 81 6), de Vereeniging tot spijsuitdee-
ling, het Genootschap van moederlijke
weldadigheid (1839), de Loterij voor
vrouwelijke handwerken en andere
voorwerpen (1838), de Maatschappij
van weldadigheid (1818), de Commis
sie tot opbeuring van boetvaardig ge
vallen vrouwen, het eerder vermelde
Fonds voor den gewapenden dienst.
Tien verenigingen, minstens eenmaal
per maand bijeen, plus de jours, me
dunkt een gevuld bestaan.
Fiet merkwaardige doet zich voor dat
met de grote bourgeoisie die zich breed
maakte met de vestiging van de hout
handel „Alberts" en later van de „Vitrite"
een nieuwe tijd aanbrak. Het was de
liberale, later ook de links-liberale, vrij
zinnig-democratische, en ten dele
socialistische burgerij die te hoop liep
tegen de conservatieve machten. Men
sen als Wibaut, Tak, Ghijsen, De Witt
Hamer, Berdenis van Berlekom stonden
borg voor initiatieven op sociaal en cul
tureel gebied, die zich onderscheidden
van de marginale liefdadigheid, het
kureren aan het symptoom van de oude
coterieën. De nieuwe clubs dateren van
na 1880, de Vereeniging tot bevorde
ring van goede voorstellingen op kunst
gebied, de Vereeniging tot het op
richten en in stand houden van eene
Zeeuwsche openbare verzameling van
hedendaagsche kunst, genaamd
„Kunstmuseum" (1886), de Middel-
burgsche volkszangschool (1883), de
Vereeniging „Kindervoeding" (1890).
Progressief, experimenteel, op weten
schap en moderne kunst gebaseerd. Het
is upper-middle class en polariserende
activiteit, op deze plaats als contrapunt
ingevoegd.
Wat de schoolopleiding betreft bood
Middelburg de élite niet veel meer dan
de lagere school. De HBS, gesticht in
1 865, was tenslotte een hogere burger-
school en een teken van de nieuwe tijd.
Het gymnasium telde omtrent 1900
zes leerlingen. Kostscholen waren er ter
plaatse niet na de opheffing van de
kostschool voor jongens van „monsieur"
David Borking aan de Haringplaats. Die
had haar plaats moeten inruimen aan de
wat deftige middle-class meisjesschool.
De lagere scholen weerspiegelden de
standenmaatschappij, klompen-, bur
ger en élitescholen, de burgerscholen
leidden op voor de HBS, de éliteschool
vooral voor het gymnasium. Maar bij de
jeugd trad natuurlijk eerder een sociale
osmose op, tenslotte kon men al; I
ouders durfden en konden het hogeil
schoolgeld op tafel leggen. Later kon
dan nog altijd „u" zeggen tegen eel
klassegenoot die het verder had ge
bracht dan jij. Zo konden A. F. C o