middel-burgers
9
Bomme-Van den Broeckefonds
gde - en zorgt! - er voor dat min-
mogenden voor een dubbeltje naar
concerten konden. Goed upper-
idle class-werk. Ook trouwens dat
i jongeman met goede stem voor de
log te verstaan werd gegeven dat hij
mocht worden mits hij zich correct
Iroeg. Dat lelijke eendje werd later
gent, Bart Leynse. Hetélitaire karak-
is dan ook verdwenen. Maar eertijds
den - zo tekent De Kok „overkants"
in „Maatstaf" - de stemmen naar
id gegroepeerd, adel en patriciaat
sooranen en tenoren, het voetvolk de
in en bassen, ongeacht de aanleg,
uver maakt er een eind aan. Na de
:ste oorlog was de standsindeling
schraald, er was geen onderscheid
er tussen upper-middle en middle-
idle. Is uit deze groep niet de Zeeuw-
Volksuniversiteit ontstaan? De mu-
ccultuur heeft er haar draagvlak in
louden.
grote burgerij is verdwenen als
Idle-class. Reeds eind negentiende
w werd de tegenstelling tot de
Idle-middle class scherp. De wel-
td had de afstand vergroot, die naar
■en verkleind. In Middelburg werd
nauwelijks opgemerkt, want de
>e;-middle class week uit, evenals
tlve eeuw tevoren de aristocratie.
middelste middle-class, in media res,
Ie meest stabiele groep, ook in Mid-
b.irg. Zij is van alle klassen boven de
ere de meest permanente. Zij is het
nbeeld van burgerzin, uit zichzelf,
ar ook uit hoofde van de nalaten
van de gedroste grote burgerij.
gaat om de eigenlijke Middelbur-
s, om de Middel-middelburgers dus.
■man Snijders hoort er naar mijn
ning toe, gymnastiekleraar W. de
laf - later voorzitter van het KNGV -
asson, dokter Weyl, Rivière Sr., Tave-
r vader en zoon, Mazure, De Muynck,
llema, mr. Joh. Adriaanse, mr. P. C.
riaanse (roepnaam Piet, zoals toen
publiek in het circus riep dat hij de
il moest berijden), Leo Helder, Jan
inkers. Van Verre, L. A. Schenk,
auw, Den Bouwmeester, overste
rman, Van Kamer, Gabriëlse Sr., De
Pagter en F. B. den Boer. Voor Francois
Berrier den Boer is dit verhaal geschre
ven, op hem en de groep waar hij toe
behoorde valt de nadruk.
Deze groep werd gekenmerkt door een
groot aantal hoedanigheden, die uiter
aard niet voor alle „leden" opgingen,
maar die toch de sfeer bepaalden. De
heren waren in het algemeen op burger
lagere scholen geweest, hadden HBS
- de uppers keken daar op neer, de
lowers hadden er ontzag voor -, waren
lid van „Rhetorica", vanwaar een lijn
liep naar het Middelburgse Dilletanten
Toneel. De burgerij kon wel voor der
den optreden, de élite deed het meer
en familie. De culturele belangstelling
ging bij velen verder naar muziek uit,
maar ze waren geen lid van het
„Zeeuwsch Genootschap". Dit genoot
schap tendeerde zelfs na de tweede
wereldoorlog nog naar de uppers en
upper-middles. De meesten waren bui
tenkerkelijk, erfenis van het denkend
deel. Politiek ging de interesse uit naar
de Vrijheidsbond of de vrijzinnig-demo
craten. Toende laatste groep verdween
keerden weinigen zich naar de Partij
van de Arbeid. De keuze voor de vroe
gere Vrijheidsbond was moeilijk maar
het socialisme met zijn eigen ruige types
ging toch velen te ver. De liberale „Mid-
delburgsche Courant" was bij uitstek
hun dagblad. Als ze aan sport deden
waren ze lid van „Olympia", dat meer
élitair was dan het „Zeelandia" van de
werkman; van het „Medioburgum" van
Mazure en niet van het „Achilles" van
Bal. In „Medioburgum" werd ritmische
gymnastiek bedreven op muziek van
Morks. Dat klopte dus met de middle
class-muziekbeschaving. In de eerste
periode van het tennis was deze sport
hun te élitair. Velen zagen elkaar terug
in het Nut, in de Sociëteit „De Verge
noeging" - niet in de „Confrérie" - en
in „Uit het Volk voor het Volk". In het
bestuur van de Polder Walcheren waren
ze nog niet doorgedrongen, in de Raad
natuurlijk wel, mevrouw Weyl bijvoor
beeld, en Boasson en laatstelijk L. A.
Schenk. In de VVV waren ze al vroeg
actief. De vereniging was opgericht in
1892. De Stoppelaar was een van de
eerste voorzitters en verder zaten er
voornamelijk gegoede middenstanders
in, waaronder voorvader Francois Ber
rier den Boer van de Markt. Merkwaar
dig was dit wel, want oorspronkelijk
waren de VVV's overwegend in handen
van de happy few die, in navolging van
de Europese adel, de Kurorte bevolkten.
Het meest karakteristiek voor de echte
middel-groep was „Uit het Volk voor het
Volk". Het adjectief uit is moeilijk te ver
klaren, tenzij men het in getrapte zin
duidt - de wensen van de vierde stand
moesten worden vertolkt door de meer
denkenden. In het begin kwamen reeds
de concerten, kinderspelen, optochten
en vuurwerken ter sprake. De ritten voor
de ouden van dagen waarbij alle ge
goede burgers in het bezit van een auto
- in de jaren dertig! -zich uitsloofden in
burgerzin, hadden er ook mee te maken.
Ik herinner me hoe deze instelling op de
kinderen van de autobezitters werd
overgebracht door hen mee te nemen.
Deze mensen hadden een overgeleverde
ervaring in het organiseren. W. de Graaf
als voorzitter, gesecundeerd door de
oude Tavenier Sr. maakte er een hap
pening van. In 1940 werd daarvan nog
geprofiteerd toen de soepuitdeling van
het oorlogshulpcomité onder leiding
van een upper in de soep liep en Tave
nier het met succes overnam. De feesten
wekten zulke bewondering en burgerzin
dat in de jaren twintig en dertig ook de
aristocraten bijvoorbeeld aan de open
luchtspelen en historische optochten
deelnamen. In 1894 bracht Koningin
Wilhelmina een bezoek aan de hoofd
stad. Ter gelegenheid daarvan werd de
fontein op de Balans opgericht. Zo
plachten steden van allure hun aanzien
te verfraaien. Nu functioneert de ver
eniging nauwelijks meer, „gedemocra
tiseerd als zij is via de buurtvereni
gingen" (waar ook weinig meer van over
is), aldus een oud-bestuurslid. Men be-
proeve hier zijn sociologische inzichten
eens op!
De zwemschool van de middle classes
was de gele - ik rook nog altijd een
mixture die er naar ruikt -, aan een zijde
van het kanaal, tegenover de groene die
voor de heffe aan de andere kant lag.
De „muur" speelde zijn rol. De ijsclub
was op de Vlissingseweg, later op de
Seisweg, compleet met een draaiorgel
en gekostumeerde feesten. Later werd
er een vest afgezonderd. De andere
vesten waren voor de minvermogenden.
De ijsclub was er al omstreeks 1890.