Walcheren in benauwdheid
16
afgoderij te zuiveren en met één slag
een verleden van tien eeuwen af te
breken. Op 21 en 22 augustus raasde
de storm over Middelburg. Het stads
bestuur moest machteloos toezien en
een publicatie tegen het breken van de
beelden had een averechts effect. Na
de publicatie begon men met luider
stem te roepen "met oprechten handen:
Vive les Gueux! ende zyn terstond met
hetselve geluyt ende roup gevallen aan
't affbreken, houwen ende kerven van
alle beelden, nyet alleene die daer in de
kercke van der abdye waeren, nemaer
oick in alle de kercken ende cloosters
deser stadt. Sulcx dat sylieden, in drie
ofte vier uyren tijts, drie parochie-
kercken, met vijff cloosters ende een
bagijnhoff gespoliëert (beschadigd),
hebben, de sacrementshuysen ende
vonten, mitsgaders 't chrisma (heilig
oliesel), gedemoliëert (vernield)."
De hervormden waren te Middelburg in
twee consistories verenigd, een oud en
een nieuw. Het oude behandelde de za
ken van religie, het nieuwe van bestuur.
In de verslagen van de ondervragingen
worden de leden van het oude consisto
rie een hoop rabauwen genoemd, die
niets te verliezen hebben. Het woord
rabauwen is misleidend want het gaat
om handwerkers en middenstanders,
een brandewijnman, linnendraaier, tim
merman, goudsmid, antieksnijder,
klerenmaker en een schaliedekker. Tot
het oude consistorie behoorden ook de
predikanten Gislein en zijn broer Jan
d'Hoorne. Onder de leden van het nieu
we consistorie vinden we Pieter Haeck
Claes Thuys, Olivier Corbault, Jan van
der Perre en Guillaume Delefosse
Pieter Haeck is onbetwist de geuzen-
leider. Samen met Jan van Toulouse,
een broer van Marnix van St. Aldegonde
onderneemt hij begin maart 1567 een
vergeefse aanslag op Walcheren. Zijn
beroep op een commissie van de Prins
van Oranje wordt te Rammekens en
Arnemuiden niet aanvaard: „wy en
staen onder den Prince nyet, maer onder
(de) Coninklycke Majesteit, die wy ende
ghylieden eedt gedaen hebben, ende
siet wel toe, dat ghy ulieder eedt wel
quijt (kwijt)." Het gevolg is bekend,
Toulouse en zijn geloofsgenoten vonden
bij Oosterweel hun ondergang.
Scheen de dageraad der vrijheid te glo-
De belegering van Middelburg 1572-1574 (Hist.-top. Atlas, Zeeuws Museum, III,38).