Walcheren in benauwdheid
17
ren in 1566, zo zelfs dat het rigoreuse
plakkaat van Philips waarbij de gods
dienstige bijeenkomsten werden verbo
den, de voorgangers de galg werd aan
gezegd en de deelnemers, indien ge
wapend, met verbanning bedreigd, door
het stadsbestuur van Middelburg tot
tweemaal toe niet werd afgekondigd.
Dit geschiedde wel op 23 juni 1 567.
Unger denkt bij de late afkondiging van
het verbod op het preken aan de vrees
voor benadeling van de belangen van
het handelsverkeer. Onder de namen
die uit de stad vertrokken zijn ter cause
van de religie en oproer vindt men onder
anderen de beide De Hoorns, Pieter
Heeck en hen wier inventarissen Van
Gelder heeft gepubliceerd: Jacob Jansz.
van der Meersche, koopman, Vincent
Laureysz, koopman, Pieter Boreel, de-
ta* I list, Claeys Thuys, wijnkoper,
Symoen Jansz. in de Draecke, apo
theker, Simoen Janssen van Roomen,
handelaar in mutsen en Andries Jacobsz
de Jonghe, textielhandelaar. Gelein de
Hoorne week met velen uit naar Enge
land.
De slag bij Oosterweel (Hogenberg, Kurtzer Bericht).
De komst van Alva benauwde veler har
ten; zijn eisen waren exorbitant hoog.
Hoewel de stadsregering de uitvoering
van de plakkaten zoveel mogelijk tracht
te te verzachten bleef zij de koning
trouw. Haar positie werd bijzonder
moeilijk toen in 1572 Vlissingen en
Veere overgingen naar de Prins. Het
platteland van Walcheren kreeg het
zwaar te verduren. Het polderbestuur
stond voor de zware opgave de dijken
van de Westwatering, die veel geleden
hadden door de Allerheiligenvloed van
1570, te herstellen. Het zond een
smeekschrift naar de heren van
Wackene, gouverneur, Beauvoir, kolo
nel, en Osorio de Angulo, kapitein van
de Spaanse troepen te Middelburg, om
bescherming te vragen voor de werkers
aan de dijken. De Spaanse en Waalse
soldaten, zegt het polderbestuur, be
roven de landlieden tot op het hemd,
niet alleen van „meublen, goeden ende
eetlicke spyse", maar ook van paarden,
karren en wagens die zij nodig hebben
voor de dijken. Angulo geeft zijn ant
woord in het Spaans. Het plunderen van
de boeren, zegt hij, is geschied als
De slag bij Reimerswaal, 29 januari 1574 (zie ook: verantwoording).