„MAAK DORST NIET GROTER DAN IE IS",
over crisisoorlog'53, koolhydraten en vetten L. W. de Bree
waarop hij ter wereld komt. Mij.
eigen levensloop is in ieder gevr
sterk beïnvloed door omstandighede
buiten mezelf: de crisis, de oorlog, ht.
na-oorlogs herstel, de ramp van '53 e.
de activiteiten die daar het gevol
van waren. Ik wil maar zeggen: als i
werk van enige betekenis heb verze
komt dat vooral door de situaties waa.
voor ik geplaatst ben. Daarom: hout
het eenvoudig, maak dorst niet grott
dan ie is.
Zonder moeite zeg ik toe zijn ver
langen te respecteren, want aan ee
vertekend portret beleef ik niet he
minste plezier.
J. D. Dorst, geboren in het Thoolsi
Sint-Annaland, 29 februari 1904. Dooi
loopt de Rijkshogereburgerschool t
Bergen op Zoom, gaat studeren in We
geningen. Komt in 1928, piepjong land
bouwkundig ingenieur, in dienst bij d
Zeeuwsche Landbouwmaatschappij, al
assistent-secretaris onder ir. J. Sieben
ga.
,,Denk niet te zeer aan het opstelle:
van concepten en verslagen, de Maai
schappij had me vooral aangetrokkei
voor de gewassenkeuringsdienst. li
de winter van '28 op '29 hield ik in
leidingen over de aardappelteelt: se
lectie, het kweken van nieuwe rasser,
de bewaring in moderne poterbewaai
plaatsen. En in de zomer daarop ha
ik de handen vol aan de veldkeurin
gen. Het heeft maar één jaar geduurc
maar in vier seizoenen heb ik veel men
senkennis opgedaan.
In het najaar van '29 vertrekt Dors
naar Friesland, waar hij leraar word
aan de Rijkslandbouwwinterscholen va
Leeuwarden en Drachten. Met zij
leerlingen kan hij goed overweg, des
ondanks ervaart hij al gauw dat he
leraarschap een instelling vraagt di
hem vreemd is. „Het werktempo vat
zo'n klas ligt namelijk zo laag, je moe
zo stapje voor stapje verder. En da
was niets voor mij, in drie maandei
had ik de stof van een heel cursus
jaar behandeld.
Gedurende de zomermaanden leend
het Departement de jonge landbouwin
genieur uit aan het Centraal Comité voo
keuring van gewassen te Wageninger
Op een Ariël reisde Jan Dorst doo
het land, de enige inspecteur in Neder
land. „Dat klinkt nu we! aardig, maa
Hij woont aan de Hogeweg tussen
Burgh en Westenschouwen, in het huis
De Kruusse. Breed oprijpad, royaal ga
zon met berken, wat ijle borders die
verraden dat de tuin nog niet zo lang
geleden is aangelegd. Op het terras een
sierkruik naar klassiek model, zo een
die de Fransen een jarre noemen.
„Zet je jong", zegt Dorst, want hij
kent me sinds de oprichting van het
Zeeuws Tijdschrift, waarvan hij jaren
lang de penningen heeft beheerd.
„Begin nu niet meteen alles te noteren,
laat me eerst maar wat vertellen in het
algemeen; dan komen we geleidelijk
wel tot details.
Mijn gastheer kijkt om zich heen of hij
iets zoekt en het niet vinden kan,
zegt vragend: „de thee kan nog wel
even wachten?"
De thee kan wachten.
„Weet je, hoe langer hoe meer raak
ik ervan overtuigd dat een mens zijn
leven bepaald wordt door plaats en tijd