32 Metamorphosis dacrna worr het hooglicr ghcel, ende naderhandt amber-acluigh, ende cvn- delick Iclioon fwart. lek heb het hv wat foetïghcyt eenen langhen cijdtin liet leven behouden. VIL VERANDERINGE. TWc tuple eet het loof van brae- •E- men ende willigc-boomcn,\vdck beyde tameliek verkoelende zijn,met een t. iumen-treckende eyghenlchap, Ick hebbe hem wegh gheïèt om tot Cïjn vcranderinghe te komen op den 13 Juniijcnde fy heelt haer iel ven ge- lijck als bcgraeven ende in een ruft- plaets begeven tot op den 14 Julii/o datle in haer vcranderinghe ghcblc- ven is den tijdt van ccn-cn-dertigh daegen. Ende doen is daer uyt voort gekomen eenen brui nen tu l, gelijck by Vil waarom vergelijken? wen is onuitroeibaar, ook in verband met het piëtisme. Door dr. C. W. Rol- danus wordt Jodocus Lodensteyn als vertegenwoordiger van het Utrechtse piëtisme genoemd, „dat in tegenstelling tot de gemoedelijke Zeeuwen bij hem verschijnt in zijn strengste en zuiverste vorm". Een vergelijking dus. Men hoeft het proefschrift van Meertens maar op te slaan om te ontdekken hoe eenzijdig dit is. Heel de 17e eeuw door tot aan Smytegelt toe zijn Zeeuwse predikan ten de ver van gemoedelijke getuigen van een strenge en zuivere vorm van mystieke vroomheid als reactie op dorre leerstelligheid. Dat gemoedelijke heeft wel met Cats te maken, die allerminst een strijdbaar Calvinist genoemd kan worden. Het is om deze reden dat hij in het zuiden bij de Katholieken geen kwaad kon doen. Buitendijk heeft hier op gewezen bij de figuur van de Roomse Cats: Adriaen Poirters. „Terwijl we in den Zeeuwsen dichter te doen hebben met een irenisch piëtist, die door ons gehele taalgebied, ondanks verschil in heersende godsdienst, een figuur van betekenis kon worden, is Poirters een strijdbaar Jezuïet. Cats heeft zo weinig gestreden voor het Calvinisme, dat geen onzer dichters zo populair is geworden bij de Katholieken als hij." Een stap terzijde. Het tegendeel van ge moedelijk waren de Zeeuwen bij de voorbereidingen van de vrede van Mun ster in 1646, waar zij tegen de draad ingingen. In het document waarin de Staten een forse waarschuwende stem laten horen tegen al wat Spaans was „is het de Here voor en de Here na, maar tussendoor komen wij toch wel enkele overwegingen tegen van meer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 11