IS Zeeuws Tijdschrift PLANNING IN HET OVERHEIDSBESTUUR Mr. J. J. van der Wee NUMMER 4 23e JAARGANG 1973 Van plan naar planning Steeds meer doet het plan zijn intrede in het overheidsbestuur. Een steeds in gewikkelder samenleving schept een toenemende behoefte aan allerlei voor zieningen en diensten; anders en in elk geval méér dan vroeger wordt van de overheid verwacht dat zij aan die be hoefte tegemoet komt. Maar haar mo gelijkheden daartoe in de vorm van ruimte, financiële middelen, personeels- capaciteit zijn relatief beperkt. Om een beleid te kunnen voeren moet zij dus wel plannen maken. In allerlei vormen treffen wij die plan nen in het overheidsbestuur aan. In de bestemmings- en andere plannen van de ruimtelijke ordening. Verpakt in de dikke beleidsnota's die gemeente- en andere overheidsbesturen regelmatig over allerlei onderwerpen het daglicht laten zien. In de verschillende wette- h ke procedures reeds geldend of ir de maak voor beleidsterreinen als ziekenhuisvoorzieningen en bejaarden oorden. Ook om weer naar de ruim- te'ijke ordening terug te grijpen maar dan in ruimere zin in de program ras die provinciale en gemeentebestu ren volgens het Besluit op de Ruimte- Irke Ordening dienen te ontwikkelen. Op rijksniveau staat met het plannen maken in nauw verband de instelling van organen als de Voorlopige wetenschap pelijke raad voor het regeringsbeleid e i het Sociaal en Cultureel Planbureau. F.n daar, waar het maken van ingrijpen de plannen zich vooralsnog aan de greep van de politieke besluitvorming onttrekt zoals bij de elektriciteitspro- duktiebestaat een groeiende neiging ook dat binnen het politieke proces te betrekken. 'e jaarlijkse begrotingen van de over- I ridsorganen horen niet zo erg in dit rtje thuis: het karakter van de begro- ig brengt mee dat zij maar in heel oeperkte mate op het predikaat „plan" aanspraak kan maken. De vraag rijst nu. of al deze vormen van plannen, hoe belangrijk op zichzelf ook, voldoende zijn voor dè geruststel lende gevolgtrekking dat regeren ook in de praktijk vooruitzien betekent. Met andere woorden: of de besluitvorming in de overheidssfeer gedragen wordt door een doordachte afweging van be hoeften en middelen, ook in het pers pectief van een overzienbare toekomst. Er is moed, en waarschijnlijk overmoed, voor nodig om die vraag met een ja te durven beantwoorden. Laten wij in de lokale bestuurssfeer een voorbeeld zoe ken dat uit het leven gegrepen zou kun nen zijn. De denkbeeldige gemeente A is een cen trumgemeente, die een verzorgende funktie heeft voor het omliggende ge bied, zodat er nogal wat omgaat. Het inwonertal is 50.000. De welzijnsraad heeft het gemeentebestuur geadviseerd om in plaats van de verouderde om niet te zeggen bouwvallige bestaande ac commodatie een nieuw cultureel cen trum op te zetten, volgens het beroemde multi-purpose-recept. Het zal de steun van de belangrijkste raadsfracties wel krijgen, maar b. en w. aarzelen omdat zij aan de bouw van een gezondheids centrum een tenminste even grote prio riteit toekennen. Bij de laatste begro tingsbehandeling is de urgentie daar van trouwens namens alle raads fracties onderstreept. Bovendien wil len b. en w. op korte termijn een ambte naar aanstellen, belast met milieu zaken, een niet alleen politiek goed-lig- gend maar ook noodzakelijk desidera tum. Dat is nog niet alles: naast te ver wachten en onontkoombare lastenver zwaringen van allerlei onderdelen van de gewone dienst en met name ook in de subsidie-sfeer zijn er nog andere dringende zaken die nauwelijks uitstel kunnen lijden, zoals investeringen in de sportsfeer en last but not least een betere huisvesting van de gemeente secretarie, waarover al meer dan vijf tien jaar, zij het nogal vrijblijvend, is gesproken. De bevolkingsgroei, de laat ste tijd wat in diskrediet geraakt en trouwens lichtelijk stagnerend, geeft weliswaar uitzicht op een jaarlijks mid delen-accres, maar het is duidelijk dat alle behoeften bij elkaar een bedrag aan jaarlijkse lasten vertegenwoordi gen dat een aanzienlijk veelvoud van dat accres is. Het wordt het gemeentebestuur dan ook hoe langer hoe duidelijker dat de ant woorden niet langer op de oude, ver trouwde en wat intuïtieve manier ge geven kunnen worden. Tot nu toe ging dat in de gemeente A wel min of meer. Men besliste er eigenlijk ad hoe, naar gelang van de zich aandienende of lie ver opdringende omstandigheden. Een enkele meevaller in de uitkeringen uit het gemeentefonds was daarbij een welkom maar volkomen toevallig hulp middel. Zulke meevallers zijn daar ech ter voorlopig niet te verwachten. Men zal dus uit een beperkte ruimte een even beperkte keuze uit vele mogelijkheden moeten doen, en daarbij prioriteiten moeten vaststellen. Maar men mist pijn lijk het instrumentarium om al die on gelijksoortige mogelijkheden tegen el kaar af te wegen en een prioriteiten schema met realiteitsgehalte op te stel len. De beslissing valt: men zal tot planning overgaan. Het hoe en wat van planning Wat is planning? Méér dan alleen plan nen maken! Men kan het begrip als volgt omschrijven 1): Plannen is het door de daartoe bevoeg de instanties op basis van de vooraf be paalde algemene doelstellingen en van zoveel mogelijk verantwoord geselec teerde en bewerkte gegevens, systema tisch voorbereiden en nemen van con sistente besluiten, welke betrekking hebben op het vaststellen van een doel matig en gecoördineerd ontwikkelings programma dat uitgewerkt moet worden in uitvoeringsschema's en dat continu aangepast moet worden aan de hand van nieuwe gegevens en ontwikkelingen. Deze definitie brengt de verwantschap tot uitdrukking met het in de Verenigde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 1