METAMORPHOSIS' N ATT J RAL 15' au tore JL.minne Gjoedardo yVTecuO^ u^óhriï waarom vergelijken? 9 „Goedaert en zijn diertjes" rische Beschryvinghe van den Oir- spronk, aerd, eygenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, rupsen, maeden, vliegen, witjens, byen, motten ende dierghelijcke dierkens meer; niet uyt eenighe boecken, maer alleenelijck door eygen ervarentheyd uytgevonden, beschreven, ende na de konst afgeteyckent'. Het eerste deeltje verscheen omstreeks 1660, het tweede in 1667, terwijl het derde na de dood van Goedaert In 1669 werd uitgegeven. Op het titelblad van het tweede deel duiken nog de sprinkhanen op, op dat van het derde deel de muggen. Behalve verschillende drukken in het Nederlands bestaan er vertalingen in het Frans, Engels en Latijn. De Provinciale Biblio theek van Zeeland bezit meerdere exem plaren van het tussen 1660 en 1670 uit gegeven werk, waarvan een zeer geha vend. Goedaert heeft zijn werk zelf ge-, ïllustreerd met meer dan honderdvijftig gravures van insecten in allerlei stadia, die hij eerst in eigen kleuren naar het leven heeft getekend. Even sterk als bij Cats verkondigt bij Goedaert de schep ping de lof van de schepper. In de opdracht van zijn werk aan de gecommitteerde Raden van Zeeland zegt Goedaert dat er van de oorsprong en vreemde veranderingen van deze kleine diertjes weinig of niets bekend is. De onderzoekers van de natuur schij nen hieraan voorbij te zijn gegaan of omdat zij deze diertjes te weinig geacht hebben of omdat er zo velerlei soorten waren of zo klein om zich daarvoor in spanning te getroosten.,,7e meer, dewij- le ickin eigen persoonbevonden hebbe, d-at ick niet alleen seer grooten arbeydt ende een onvermoeyelicke neersticheyt maer oock menige jaren in het naspeuren der ghemelde dinghen hebbe moeten besteden". Goedaert wil openbaar maken hetgeen tevoren is ver zuimd en onbekend gebleven tot eer van God en tot vermaak van alle natuuron derzoekers. Teneinde te laten blijken datter niets van de schepselen Godts verachtelick is, maer datse alle seer goedt ende met een onuytsprekelicke wijsheyt beschickt zijn: ja mede, dat (buyten het oordeel ende verwachten der menschen) inde kleynste ende minst gheachte schepselen, de wonderen der Natuyr aldermeest ende by uytnement- heydt ghevonden worden". In het be gin van zijn werk zegt hij verder dat, indien wij dit aardse leven naar de wil Q,.3L T J c ^2, fpïfh J-Qf® L '7i J3ibtiopola,n*)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 9