DE BETEKENIS VAN DE DIENSTENSECTOR
IN DE REGIONALE ONTWIKKELING
EN VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING Prof. Dr. J. G. Lambooy
-
t
'.i'i
-
-
~-
-
ié
v,.ir; mp
gSBBi *M '"i- '-
NUMMER 5
2 3 e JAARGANG
19 7 3
Diensten en ruimtelijke
problematiek
In vele recente diskussies komt naar
voren dat men zich ernstige zorgen
maakt over de ruimtelijke ontwikkeling.
Zowel de vraagstukken van stads
vernieuwing, suburbanisatie en ver-
keerskongestie alsook die van milieu
verontreiniging en natuurbeheer staan
in het brandpunt van de aandacht.
Vele oorzaken en vele schuldigen,
maar slechts weinig bruikbare oplos
singen worden aangegeven. De auto
wordt door velen als schuldige ver
oordeeld, weer anderen zien primair
de industrie als het grote kwaad, ter
wijl nog weer anderen onze gehele
maatschappelijke orde als boosdoener
beschouwen en dan ook als de meest
simpele weg naar de oplossing de om
verwerping daarvan prediken.
Het is inderdaad een interessant objekt
van studie om na te gaan wat de kon-
sekwenties zouden kunnen zijn van een
andere soort ekonomische orde, bij
voorbeeld één waarbij de beslissingen
inzake de produktie in handen liggen
van de centrale overheid. Het zou ons
te ver voeren om dit uit te werken,
maar ik wil u in het kader van ons
onderwerp slechts op één facet wijzen,
te weten de betekenis van de over
heidsdiensten in centraal geleide stel
sels. Men verwacht meestal dat met
name in de Sovjet-Unie een enorm
percentage van de werkgelegenheid
wordt uitgemaakt door de ambtenaren,
die alles maar moeten regelen in deze
grootste bureaucratie aller tijden.
Niets is evenwel minder waar: in een
recent proefschrift aan de Harvard
University in de Verenigde Staten
heeft Ofer1) aangetoond dat het per
centage ambtenaren in de Sovjet-Unie
aanzienlijk lager ligt dan in de Ver
enigde Staten. Kennelijk is niet het
politiek-ekonomisch stelsel de belang
rijkste veroorzaker van de groei van
de overheidsdiensten, maar veeleer de
ekonomische ontwikkelingsfase, of met
andere woorden: de graad van kom-
plexiteit van het ekonomisch proces.
Daardoor vertonen landen met een
hogere ekonomische ontwikkeling een
hoger percentage werkzamen in de
dienstensektor dan landen met een
geringere ekonomische ontwikkeling.
Ik kom straks nog terug op de relatie
tussen deze groei met de toenemende
komplexiteit. Eerst wil ik er nog op
wijzen dat de hiervoor genoemde
aktuele maatschappelijke problemen
onder andere de milieuverontreini
ging door velen worden geweten
aan de industrie en dat dezen er dan
op wijzen dat de oplossing zou kunnen
worden gevonden in de verdere ont
wikkeling van de dienstensektor. Ook
daarop wil ik straks verder ingaan.
Van betekenis is voorts het feit dat
met het vorige punt is gerelateerd
dat in de probleemgebieden in ons
land steeds sterker de roep wordt
vernomen om niet alleen industrie,
maar ook diensten naar deze regio's
te trekken. De oude gedachte, dat
grote basis-industrieën deze streken
wel als groeipolen zouden kunnen
dienen, schijnt door de praktijk althans
gedeeltelijk gelogenstraft te zijn, omdat
de toename van de werkgelegenheid
door de grote mate van kapitaalintensi
teit, is tegengevallen. De politieke druk
op „Den Haag" om rijksdiensten naast
of in plaats van basis-industrieën als
groeipolen te gaan gebruiken, neemt
hand over hand toe. En, zoals zo vaak
met politieke druk het geval is, steunt
deze niet op zulke krachtige onder
zoekresultaten dat we bij voorbaat
mogen aannemen dat van een verplaat
sing zeker in de thans beoogde
ruimtelijk versnipperde vorm veel
stimulans zal uitgaan. Daarbij is het
zinvol om even stil te staan bij het feit
dat van de rond 160.000 Rijksambtena
ren er thans nog slechts 40.000 (dus
circa 25%) in de gehele agglomeratie
Den Haag zijn gevestigd. De rest is
reeds gespreid over het land,
zonder dat dit blijkbaar heeft kunnen
verhinderen dat er regionale verschil
len zijn opgetreden.
Maar natuurlijk bestaat de diensten
sektor niet alleen uit de overheid. Wat
verstaan we eigenlijk onder het begrip
„diensten"?
De dienstensektor;
welvaart of welzijn?
In de literatuur treft men verschillen
de definities aan. Zo omschrijft
Fourastié2) deze sektor door uit te
gaan van het begrip „arbeidsproduk-
tiviteit". Door de technische ontwikke
ling kan men per arbeidskracht steeds
meer produceren. Althans in bepaalde
Dit nummer is voor een groot deel gewijd aan het 25-jarig jubileum
van de Stichting Zeeland en het ETI voor dit gewest. De redaktie van
het Zeeuws Tijdschrift verleent stichting en instituut graag „onderdak",
zoals ze in het verleden de stafleden altijd graag plaatsruimte voor hun
welkome bijdragen heeft gegeven. In dit nummer zijn onder meer de
drie inleidingen afgedrukt die ter gelegenheid van de jubileumviering
in de schouwburg van Middelburg werden gehouden. Ze zijn op zich
zo belangwekkend dat ze en misschien is dit via dit tijdschrift moge
lijk een (nog) groter publiek mogen bereiken dan op de dag van
het festijn kon gebeuren.