TIJD
SCHRIFT
Kees Ci/souw
Kerncentrale
Bijdrage
Kloof
Jubileum
Mammoet
28
Eind oktober is de kerncentrale bij
Borssele overgedragen aan de PZEM.
Er waren geen toespraken en geen
bloemen. Wij hebben weieens officiële
gebeurtenissen ter gelegenheid van de
opening van een nieuwe voorziening
meegemaakt, waar dertien sprekers
het woord voerden. Wij wensen dat
niemand toe maar het tekenen van
een protocol en het drinken van een
drankje bij de overname van een in
stallatie, die driehonderd miljoen gul
den heeft gekost is natuurlijk het an
dere uiterste. Temeer, waar het gaat
om een vorm van energieproduktie,
die sterk in diskussie is, die de één
noodzakelijk en de ander (te) riskant
acht. Temeer ook, waar een tweede
kerncentrale tot de mogelijkheden
hoort.
Er lijkt eigenlijk maar één redelijke
daad bij zo'n gebeurtenis: één toe
spraak, waarin zonder omwegen op
de problemen en de mogelijkheden van
de kernenergie wordt ingegaan.
Wanneer zouden bestuurders er rijp
voor zijn?
De PZEM is altijd een onderneming
met dualistische trekjes geweest: een
bedrijf, bestuurd door de regionale
overheid. Een stukje van dat dualisme
bleek, toen de kerncentrale bij Bors
sele aan de PZEM werd overgedragen.
De raad van bestuur had besloten de
gemeente Borsete ter gelegenheid van
dat gebeuren een donatie toe te ken
nen. Vijftigduizend gulden, te besteden
voor sociaal-kulturele voorzieningen
als een zwembad. Een gebaar, dat werd
gemaakt in navolging van de geste van
een aantal nieuwe ondernemingen in
het Sloegebied, die de gemeente van
vestiging bij de opening ook met royale
bijdragen bedachten.
Het gebaar van de PZEM is een ini
tiatief om eens over na te denken.
Bedrijfsbestuurders uit de overheid,
die geld overhevelen naar de gemeen
schap. Het opent wijde perspektieven.
Als de PZEM nu eens elke gemeente,
waar men een transformatorstation,
een leidingmast of iets dergelijks plaatst
een royale som gelds ter beschikking
zou stellen. Dan zouden al die door
de gemeenten zo gewenste en door de
stichting Zeeland en het ETI zo drin
gend bepleite akkommodaties losjes
weg tot stand kunnen komen. Al die
financieel niet haalbare gemeentelijke
projekten als sportvelden, sportzalen
en verenigingsgebouwen zouden er in
een mum van tijd kunnen staan
en alleen de elektriciteit zou onbetaal
baar worden. Maar waarschijnlijk
kunnen tegen die tijd de gemeenten
in het bezit van alle voorzieningen
bijdragen in de tekorten van de
PZEM.
We geven het onmiddellijk toe: wat
nu volgt is een beetje bol verhaaltje.
Het gaat over de tentoonstelling Kunst
uit Zeeland", die al enkele malen door
de tentoonstellingszalen in dit gewest
circuleert. Bezoekers vragen soms
enige toelichting aan begeleidende
funktionarissen. Meestal gaat het over
niet-konventionele specimina van kunst,
waarover de dienstdoende funktionaris
dan opmerkt, dat bij de kunstenaar
„een herbezinning op het materiaal"
aan de gang is.
,,Een herbezinning op het materiaal."
Het tekstje werd gebruikt ter toelich
ting van een onderdeel op de tentoon
stelling, dat men zou kunnen omschrij
ven als een kistje met een paar kus
sentjes en enige lappen. In een van
de Zeeuwse zalen viel het oog van
een bezoekster aan het eind van de
rondgang op de voorwerpen, waarop
zij sprak: ,,'t Is een aardige tentoon
stelling, maar de werksters hadden
hun spullen wel kunnen opruimen."
We zeiden het al: een beetje bol ver
haaltje.
En u hebt gelijk: het lost niets op.
Het signaleert alleen, dat de kloof er
nog altijd is.
De stichting Zeeland en het ETI vier
den in oktober samen hun vijfentwintig
jarig bestaan inderdaad, dit tijd
schrift staat er bol van. Er was die
dag nog een derde jubilaris, een man
van wie professor Lambooy tijdens de
diskussie over het aantrekken van in
dustrieën in Nederland riep: ,,Als
Verburg het niet kan, kan niemand
het."
Jawel Verburg is 25 jaar direk-
teur van het ETI.
Er werd op het jubileumfeest met geen
woord over gerept.
Zou Verburg echt vijfentwintig jaar
onopgemerkt door het ETI-bestuur
zijn weg zijn gegaan?
In de tweede helft van augustus voer
het gezelschap ,,Kor en Bot" weer
de Oosterschelde op om de korren
uit te gooien naar restanten uit een
zéér ver verleden. En ja hoor. Een
mededeling over de vangst onder
streept, dat in het eind van het ijs
tijdvak 60.000 tot 30.000 jaar ge
leden het reuzenhert (de Mega-
ceros giganteus) heeft rondgezworven,
er werd een schedel van opgevist.
Maar de meeste vangsten stammen uit
het begin van de ijstijd en zijn
zo meldt het bericht van een van
de deelnemende deskundigen vol
gens de nieuwste gegevens ongeveer
twee miljoen jaar oud." Hierbij", zo
wordt gezegd, ,,zijn in de eerste plaats
botten van olifanten, waarvan hier in
die tijd twee soorten leefden, namelijk
de mastodon (Anacus arvernensis) en
de zogenaamde zuidelijke olifant
(Mammuthus meridionalis), een voor
loper van de mammoet."
Dat er dan ook nog beenderen gevan
gen zijn van herten uit die tijd en
een paard, kan onze aandacht nauwe
lijks meer gevangen houden. De ge
dachte, dat onder de Zeelandbrug
dieren hebben gelopen, die voor
lopers zijn geweest van de mammoet,
geeft ons een diep gevoel van relati
viteit.
Heeft u dat nu ook?