beleid en landschap, zoeken naar evenwicht
u
de kleine dorpen. Dat geeft die kernen
bovendien een impuls. We willen met
een soortgelijke opzet nu wat experi
menteren in West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren, al zal niet elk project dat zich
aandient ook kunnen doorgaan. Ik ben
door de stagnatie van de woningbouw
erg verontrust over de mogelijkheid,
dat de capaciteit in de bouw van tweede
woningen wordt gestoken. We proberen
wel de drukte uit de kuststrook weg
te halen. Een beleid ombuigen mag,
maar je moet niet ineens achteruit gaan.
Je zit als provincie overigens vaak
met verouderde streekplannen, waar
door je moeilijk een bepaalde ontwikke
ling tegen kunt gaan."
Zeeuws Tijdschrift: ,,Op welk moment
wordt de recreatieve expansie voor het
landschap in Zeeland funest?"
Boersma: „Je kunt op dit moment nog
niet zeggen, dat de hele kuststrook aan
elkaar is gegroeid. Maar hier en daar
is de toestand wel heel dreigend, het
geldt voor Walcheren en Zeeuwsch-
Vlaanderen, maar voor Wester-
schouwen met name. Daar zal een
vrij hard beleid moeten worden ge
voerd, of we dat waar kunnen maken
weet ik niet. De vraag is of je er de
streekplannen voor moet wijzigen, het
zou ook voldoende zijn als de kustge-
meenten inzagen, dat ze de kip met
de gouden eieren zo niet geslacht, dan
toch al vleugellam hebben gemaakt.
Behalve het aantal terreinen met wo
ningen, speelt natuurlijk ook de kwa
liteit en de ligging een rol. Gedepu
teerden gaan vaak ter plekke kijken,
de meeste terreinen ken ik wel. Ik vind,
dat in ieder geval de rem erop moet.
De moeilijkheid is alleen, dat gedepu
teerde staten bij een goedgekeurd be
stemmingsplan niets meer aan de uit
voering kunnen doen. De uitvoering is
dan een kwestie van het welstandsbe-
leid van de gemeente. Je kunt dan ach
teraf als provincie betreuren dat die
terreinen er gekomen zijn, meer niet.
De gemeenten moeten heel kri
tisch zijn in die dingen". Zegt, op een
vraag, na enige aandrang: „Bij de PPD
schrikt men inderdaad weieens. Zicht
op een plan en zicht op de werkelijk
heid willen weieens verschillen. Als een
terrein dan maar goed wegge
werkt is in het groen is het tot daar
aan toe, soms gebeurt zelfs dat niet."
Zeeuws Tijdschrift: ,,Hoe staat de pro
vincie tegenover het creëren en het
completeren van landschappen in
Zeeland
Naar de mening van mr. Boersma zal
het in de toekomst tot de wezenlijke
taken van de provincie, van de overheid
horen om landschappen te complete
ren. Boersma: „Ik zou zelf wel willen,
dat de provincie er meer mee te doen
kreeg. Je zou je kunnen voorstellen,
dat je in overleg met het „Zeeuws
Landschap" actiever aankopen gaat
doen, ook al zou dat vrij beperkt kun
nen zijn. Wat ik jammer vind, is dat
de domeingronden zuiver economisch
inplaats van landschappelijk worden
beheerd. Je kunt met de instellingen
en verenigingen hier wel wat bereiken,
maar men zal er het bestuur eerst
warm voor moeten krijgen. Laat ze sta
tenleden benaderen, aandringen, aan
de bel hangen bij de provincie en het
rijk, de zaken niet na een eerste af
wijzing opgeven, laat ze het beleid er
van overtuigen, dat dit en dat gebied
beschermd moeten worden. Het „Gel
ders Landschap" is er erg sterk in,
de resultaten zijn er daar ook naar.
Je zou gericht waardevolle gebieden
moeten aankopen, zodat ze passen in
het algemene beleid". Hij vindt, dat een
rechtvaardig overheidsbeleid soms een
actieve aankoop-politiek vraagt: „Als er
in een bepaald gebied een klandestiene
camping wordt toegestaan en de buur
man mag niets behalve een even
tueel waardevol natuurgebied in
standhouden, zou de overheid zelf in
de beurs moeten tasten."
Zeeuws Tijdschrift: Landschapsparken
in Zeeland?
Boersma noemt ze voor deze provincie
niet helemaal reëel, tegen de achter
grond van de schaal, waarin men bij
landschapsparken denkt. De Poel
zegt hij had een kleintje kunnen zijn,
„maar je moet het belang van een ge
zonde landbouw niet onderschatten".
Landschapsparken vragen beheers
maatregelen, die naar de mening van
de gedeputeerde voor ruimtelijke or
dening in Zeeland moeilijk te verdedi
gen zijn, omdat juist de openheid van
het landschap wezenlijk is. Boersma:
„Je vindt die openheid terug bij het
Veerse Meer, er is een openbaar
lichaam voor, gemeenten en provin
cie dat die waarden zoveel mogelijk
tot haar recht wil laten komen. De ei
landen zijn openbaar, grote delen van
de oevers gelukkig ook. Een soortgelijk
beheer en dan met medewerking van
- i-:, '4:, S