de landbouw in het landschap
1£
te lijden schade. Aankoop tegen volledi
ge schadevergoeding en beheer van
overheidswege zal dan dikwijls de enige
aanvaardbare oplossing blijken te zijn.
Soms ook behoort verpachting aan boe
ren onder beperkende voorwaarden
nog tot de mogelijkheden. In andere
gevallen kan het afsluiten van beheers
overeenkomsten met de bestaande
grondeigenaren en -gebruikers worden
overwogen. Tot een toepassing van eni
ge betekenis van zulke beheersovereen
komsten is het tot op heden echter niet
gekomen.
Maar ook van een modern ingericht
agrarisch landschap kan een grote
charme uitgaan. Bij de moderne ruil
verkaveling wordt dat bovendien zoveel
mogelijk bevorderd. Het vraagt alleen
wat tijdr voordat de nieuwe boombe
plantingen hun functie goed kunnen ver
vullen. Dat is echter geen nieuws,
zeker niet voor Zeeuwen.
Toch is Zeeland. wat de zorg voor land
schap en milieu betreft, niet zonder
problemen. Over de Oosterschelde heb
ik het al gehad en ik ga daar nu niet
verder op in. Wel wil ik nog iets zeggen
over de ruilverkavelingen ,,De Poel"
en „Kapelle-Wemeldinge" en over de
veredelingslandbouw (door tegenstan
ders doorgaans bio-industrie genoemd).
Een belangrijk aspect, dat zich daarbij
voordoet, is het ecologische. En ook
in dat verband heeft het door mij als
motto gebruikte citaat van Tyerman een
grote betekenis. Geschiedenis is name
lijk een bij uitstek menselijke aangele
genheid, hetgeen ons terecht doet
komen bij de verhouding tussen eco
systemen en het optreden van de mens.
Daarover heeft prof. Hofstee het vorig,
jaar een aantal behartigenswaardige
dingen geschreven, waarvan ik hier de
volgende citeer: In een dergelijk na
tuurlijk ecosysteem past de mens met
zijn samenleving, zeker met zijn moder
ne samenleving niet. Door zijn mogelijk
heid tot bewust handelen (althans ..ho
ger" bewust handelen) en de daardoor
gegeven mogelijkheden van voortduren
de accumulatie van kennis en inzicht,
is de mens in staat op a-cyclische wijze
zijn eigen individuele gedragsvormen
te veranderen, de aard van zijn samen
leving te wijzigen en in de hem om
ringende levende en dode wereld in
te grijpen. Door de a-cyclische, dus
in een bepaalde richting verlopende
en in wezen onomkeerbare veranderin
gen van zijn eigen samenleving, is deze
samenleving van de mens perse dis
harmonisch en tot steeds weer nieuwe
conflicten geneigd. Elke verandering
brengt aanpassingsmoeilijkheden en
aanpassingsvertragingen mee. Ze leidt
tot verschuivingen in de relatieve posi
tie van individuen en groepen en daar
door tot spanningen en conflicten. De
effecten van de optredende veranderin
gen doen zich daardoor vaak min of
meer schoksgewijze voor. Mede hier
door leiden deze voortdurende wijzi
gingen in de menselijke samenleving
niet alleen tot een a-cyclisch ingrijpen
in de ons omgevende natuur maar bo
vendien tot een ingrijpen, dat telkens
weer van aard en richting verandert
De mens is de permanente verstoorder
van het natuurlijke ecosysteem en zai
dit in principe gezien de toenemende
ontwikkeling van wetenschap en tech
niek nog steeds meer worden. Milieu
verstoring en conflict tussen menselijke
samenleving en natuurlijk ecosysteem
is dus in feite normaal" en men kan
daarom dan feitelijk ook alleen van
m/7/eubederf spreken, wanneer deze
verstoring een zodanige vorm aan
neemt, dat daardoor het menselijk wel
zijn op langere of kortere termijn we-
zenlijk wordt geschaad"
Ik dacht, dat dit een duidelijk licht
werpt op ons probleem. In wezen gaa1
het om een onderdeel van de verhou
ding cultuur-natuur en niet om de ver
houding tussen boer en stedeling. De
boer maakt immers, niet minder dan
de stedeling, deel uit van onze snel ver
anderende samenleving. Hij werkt al
leen niet in de stad, maar op het platte
land, waarop veel stedelingen een goed
stuk van hun verlangen naar ,,de goede
oude tijd" of naar „een zuiverder leven'
plegen te projecteren.
Enerzijds ligt daar het wezen van de
oorsprong van de bekende conflicten
over het landschap; aan de andere kant
opent het ook de mogelijkheid voor op
lossingen. Dat het platteland vóór ver
betering al productiemiddel van de boer
is, betekent immers, dat het niet gaat
om echte natuurgebieden, die in cul
tuur gebracht moeten worden, maar
om veranderingen in de structuur en
in het gebruik van reeds eeuwen door
de mens bewerkte en bebouwde gron
den.
Met wat goede wil van beide kanten,
zijn er daarom dikwijls oplossingen te
vinden, die de boer z'n kansen bieden
zonder dat de verlangens van andere