EEUWS TIJDSCHRIFT ANDSCHAP 1973-1974 éiiff Itlfili; Om te beginnen Het landschap is, zeker ook in Zeeland, letterlijk en figuurlijk in beweging. Met die beweging groeit de zorg om de zorg: beheer, behoud, evenwicht. „Ontwikkeling" is met betrekking tot het landschap vaak synoniem met „aan tasting": verkavelingen, de recreatie, ontsluitingen, het opdringen van de in dustrie, wegen-, stede- en dorpsbouw leggen een vaak gevoelige daim op „het oude land". Het gezicht van dat oude land wordt in Zeeland in beheersende mate bepaald door te trekken die het heeft meege kregen van het eeuwige water en ook dat is een zaak in beweging. De discussies rond de waarde van oude en nieuwe landschappen duren voort. Ze worden in verhevigde mate gevoerd in en over gebieden waar de gevolgen van veranderingen dieper snijden dan elders. Zo'n gebied is het Zeeland van 1974: het land op de schop, het water - via de sterke arm van de waterwer ken - onderhevig aan wezenlijke veran deringen. Wie het begrip „landschap" - hoe breed ook te hanteren - in direct verband wil brengen met „natuur" en „milieu", komt op een facettenrijk terrein. Het is een terrein dat met betrekking tot deze provincie voor wat meer mensen dan de ingewijden nog nauwelijks begaan baar gemaakt is. De redactie van het Zeeuws Tijdschrift wil met dit themanummer „Landschap" harerzijds een eerste, kleine en nog niet afgeronde bijdrage aan de begaanbaar heid leveren. Ze heeft daarbij aan de combinaties „Milieu en Landschap" en „Natuur en Landschap"gedacht, combi naties die echter al te vruchtbaar bleken om ze in één dubbelnummer uit te wer ken. Wat als eerste is overgebleven is het Landschap, het eerste ook in een reeks van themanummers die de redactie in de komende seizoenen wil verzorgen. Er staan haar nuttige en boeiende zaken als natuur, milieu, cultuur, onderwijs voor ogen. De aanvankelijke bedoeling om dit dubbelnummer op of rond de verschijningsdatum van het laatste nummer van jaargang 1973 uit te bren gen, is niet geslaagd. De levering van bouwstenen en de uiteindelijke verwer king en vormgeving ervan tot één geheel vergden teveel tijd om op die datum een enigszins verantwoord product af te leveren. De redactie heeft aan deze gang van zaken in elk geval wel de zekerheid overgehouden dat de belangstelling - zeker ook van deskundige zijde - zo groot is dat voor de jaargang 1974 nog ver schillende bijdragen die in dit nummer niet meer „mee-konden", verwerkt kun nen worden. Zo blijft het Zeeuwse landschap een „heersend" landschap. De medewerkers dank. O.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 1