nieuwe landschappen
37
Als nu, zoals de titel aangeeft, gespro
ken wordt over nieuwe landschappen,
dan doet zich de vraag voor wanneer
er sprake is van een nieuw landschap.
Waar ligt de grens tussen beide.
Nieuw" betekent onder andere vol
gens Kramers' Nederlands Woor
denboek (1956): „niet-oud" en ,,pas ont
staan". Het hangt er dus blijkbaar van
af in hoeverre in de loop van de tijd
veranderingen optreden en waar men
de tijdsgrens legt. Dit zal samenhan
gen met de tijdsschaal waarin men de
ontwikkeling van het landschap be
schouwd. Legt men de grens tussen
nieuw en oud op de overgang tussen
Pleistoceen en holoceen, dan is, in de
bovengenoemde landschapsindeling het
pleistocene landschap oud en zijn alle
andere genoemde landschapseenheden
nieuw, of wel jong. Jong en oud worden
vaak gebruikt als indelingscriteria
voor landschappen. De grens ligt ech
ter niet in alle gevallen bij hetzelfde
tijdstip". Zo wordt geologisch wel een
onderverdeling gemaakt tussen jonge
en oude kustduinen. De oude duinen
zijn gevormd in het sub-boreaal (3025-
750 v. Chr.) en de jonge duinen zijn
ontstaan in het sub-atlanticum (750
v. Chr.-heden).
In „De kleuren van Zuidwest-Neder
land" (1972) wordt het polderland on
derverdeeld in jong land en oud land.
De grens hiertussen valt grotendeels
samen met het in de opslibbingsge-
schiedenis van Zeeland onderscheiden
Nieuwland en Oudland.
Het begrip Oudland wordt gebruikt
voor de afzetting van de pre-Romeinse
en de vroeg-Middeleeuwse transgres
sie, terwijl het begrip Nieuwland wordt
gebruikt voor de afzettingen langs de
randen van de oude kernen, na de post-
Karolingische transgressie.
De gekozen grenzen voor jong en oud
vallen samen met de grens tussen peri
oden waarin een of meer van de land
schapselementen sterk veranderen,
waardoor een nieuw dynamisch land
schapssysteem ontstond waarin een
ontwikkeling plaats vond naar een
nieuw evenwicht met als gevolg andere
nieuwe landschapsvormen en patro
nen.
Door de uitvoering van de deltawerken
ontstaan nieuwe landschappen, name
lijk het afgesloten-estuarium-landschap
en het voordelta-landschap die in te
genstelling tot de oudere landschappen
namelijk het pleistocene landschap, het
polderlandschap, het duinlandschap en
het open-estuarium-landschap, aan re
latief snelle veranderingen onderhe
vig zijn, en waar nog geen evenwicht
aanwezig is tussen de nieuwe dynamiek
enerzijds en de vormen en patronen
anderzijds. Voor een uitvoerige be
schrijving van de dynamische toestand
en de initiële veranderingen van vor
men en patronen in een van de nieuwe
landschappen namelijk dat van een af
gesloten estuarium wordt verwezen
naar het „Landschapsoecologisch On
derzoek Slikken van Flakkee" (1973),
dat betrekking heeft op het landschap
van voormalige slikken en schorren.
Toenemende activiteiten in het Zeeuwse
landschap
Enerzijds als gevolg van een op de
centralisatie gerichte politiek, ander
zijds als gevolg van de grotere bereik
baarheid door de uitvoering van de
deltawerken zal de menselijke activiteit
in Zeeland en in het Deltagebied in
't algemeen, sterk toenemen.
Deze activiteiten, die zich zowel richten
op de nieuwe landschappen als op de
oude landschappen, uiten zich onder
andere in:
zeehaven- en industrie-ontwikkeling.
Deze zal zich vooral voordoen op
de grens van het polderlandschap
en het open-estuariumlandschap.
uitbreiding van het stedelijk areaal;
infrastructurele ontwikkelingen en
landbouwkundige veranderingen.
Deze activiteiten zullen zich vooral
concentreren in het polderland
schap, alhoewel ook in de andere
genoemde landschapstypen deze
activiteiten flink hun invloed kunnen
doen gelden.
wateronttrekking en -infiltratie, het
geen vooral zal geschieden in het
duinlandschap.
ontwikkeling van recreatie in al zijn
omvang en vormen zoals onder an
dere dagrecreatie, verbiijfsre-
creatie, watersportrecreatie, en
de hiermee gepaard gaande ac
tiviteiten als de bouw van vakan
tiewoningen, de aanleg van kam
peerterreinen, van watersport
aangelegenheden, etc.
Deze recreatieve ontwikkeling zal
zich in eerste instantie concen
treren in het afgesloten-estuarium
landschap, het duinlandschap, en
het landschap van de voordelta.
ontwikkeling van natuurterreinen