nieuwe landschappen 39 alhoewel een schaal van 1 25.000 wen selijker werd gevonden. In het „Landschapsoecologisch On derzoek Slikken van Flakkee" (1973) is voor dit niveau in verband met de .korrelgrootte" een schaal van 5.000 en 1 10.000 gebruikt. Het mesoniveau omvat alles wat zich binnen het onderzochte landschap als geheel voltrekt. ot het macroniveau wordt alles gere kend dat van grotere orde is dan dat wat zich in het studiegebied af speelt. Op dit niveau wordt in feite het totale onderzoeksgebied beschouwd als onderdeel van een grotere land schappelijke eenheid. 0e inventarisatie, typering en evaluatie. De eerste fase bij dit aspect van het Iandschapsonderzoek is die van de in ventarisatie van de verschillende pa tronen en verschijningsvormen per landschapselement, waarna door inte gratie de te onderscheiden landschaps eenheden worden geformeerd. De landschapselementen die in een dergelijk onderzoek worden betrokken zijn in principe de volgende: geologie; geomorfologie, bodem, hydrologie, klimatologie, vegetatie, fauna, mens. Het onderzoek van de verschillende elementen zal, zowel qua opzet als nauwkeurigheid, zoveel mogelijk op el kaar moeten worden afgestemd. Aan het einde van deze fase zijn dus zowel de landschapselementen als de land schappen naar patroon bekend, vastge legd in rapporten en kaarten. In deze fase is tevens opgenomen een classi ficatie waarmee de landschapseen heden op verschillende niveaus van grootte-orde zijn geïntegreerd. De volgende fase is de inventarisatie van de in het landschap werkzame processen. De processen dienen te worden onderzocht op aard. grootte, richting en tijdsduur (Richter, 1968). Door de kennis van de processen, de dynamiek, op microniveau wordt be kend op welke manier de samenstel lende landschapselementen met elkaar in relatie staan, terwijl op meso- en macroniveau een inzicht wordt ver kregen over de wijze waarop de ver schillende landschapseenheden elkaar beïnvloeden. De resultaten van de inventarisatie van de patronen en processen kunnen ge bruikt worden om de onderscheiden landschapseenheden te typeren. Nadat nu het landschap en de samen stellende elementen zijn geïnventari seerd naar patroon, vorm en proces is de volgende fase in het onderzoek de bepaling van de actuele en poten tiële waarde van het landschap op ver schillende integratieniveaus. De evalu atie of waardebepaling dient te ge schieden op grond van de gegevens die bij het Iandschapsonderzoek zijn verkregen. Het betreft hier dus de be paling van de „eigenwaarde" van het landschap en niet de „gebruiks waarde". De evaluatie van het landschap als ge ïntegreerd geheel komt tot stand door de resultaten van de evaluatie van de afzonderlijke landschapselementen samen te voegen. De waardering per landschapselement dient te geschieden volgens criteria, eigen aan het betreffende landschaps element. Het eerste probleem dat zich hierbij voordoet is het vinden van een of meer goede criteria volgens welke de eva luatie kan gebeuren. Vervolgens moet dan nog bepaald en gemotiveerd wor den wat meer en wat minder waarde vol wordt geacht, terwijl tevens een waarde-schaal bepaald moet worden om nuancering tussen het meest en het minst waardevolle aan te brengen. Vele studies en onderzoeken zijn reeds uitgebreid op de evaluatieproblema- tiek ingegaan. Het zou hier te ver voe ren hierop in te gaan. Bij de meeste van de bestaande eva luatietechnieken zijn voornamelijk de patronen en vormen van het landschap in de waardering betrokken. In nieuwe landschappen, waarin een relatief snel le ontwikkeling of genese plaats vindt en nog geen evenwicht bestaat tussen patroon en dynamiek, en in sterk dy namische landschappen waarin wel een zeker evenwicht bestaat tussen dyna miek en patroon, spelen processen een eminente rol en zij dienen derhalve dan ook in de evaluatie betrokken te worden, om zodoende een bijdrage te leveren aan de bepaling van zowel de actuele als de potentie-waarde van het landschap. Dit belang van de evaluatie van processen is vooral goed onder kend in het interimrapport „Land schapsoecologisch Onderzoek Slik ken van Flakkee" (1973).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 39