BELEID EN LANDSCHAP. ZOEKEN NAAR EVENWICHT Het beleid en het landschap: ze hebben voortdurend met elkaar te maken. Als een gemeente toestemming geeft tot de aanleg van een kampeerterrein, raakt dat het zicht op de omgeving. Als er een nieuwe wijk mag worden gebouwd, heeft dat gevolgen voor het landschap, als er een industriegebied aan diep vaarwater wordt gesitueerd, heeft dat vérstrekkende consequenties voor het land en het biologisch evenwicht rondom. Het provinciaal bestuur is meestal rechtstreeks betrokken bij zaken, die de ruimtelijke ordening in Zeeland raken. De invloed van de provincie is soms ook indirect vaak van beslissend belang: bij het provinciaal bestuur berust de bevoegdheid gemeentelijke bestem mingsplannen goed te keuren of dat niet te doen. De provincie ook stelt regionaal streekplannen samen voor de ontwikkelingen zoals men die in een bepaalde streek voorziet of wenst; plannen die weliswaar niet bindend zijn voor de burger, maar voor het provinciaal beleid wel de basis vormen, waarop de gemeentelijke plannen worden getoetst. Veel directe invloed derhalve van het provinciaal bestuur op de ruimtelijke ordening van Zeeland en vandaar in dit nummer over „Natuur en Landschap in Zeeland" een gesprek met de gedeputeerde van ruimtelijke ordening, mr. J. P. Boersma (44, PvdA) over „beleid en landschap". Zeeuws Tijdschrift: ,,Wat is er de af gelopen vijftien jaar de periode van de mechanisatie in de landbouw, aan leg van Deltadammen, van recreatieve ontwikkelingen, industrialisatie en stagnatie in het ontwikkelingsbeleid veranderd in de waardering van het landschap?" Gedeputeerde Boersma onderscheidt veranderingen op twee fronten in de houding ten opzichte van het land schap: een mentale herwaardering en een praktische herwaardering van het landschap van de kant van het beleid. Boersma: „Van oudsher heeft de mens altijd ingegrepen in het Zeeuwse land schap en die ingrepen zijn ons nu dier baar, je hoeft maar over Zuidbeveland- se dijken te rijden om het te zien. De laatste tijd zijn die ingrepen op een grove schaal gepleegd, de mechanisa tie van de landbouw, de industrie, die hele stukken land pakte, in feite in grepen op een buitenmenselijke schaal. Je hoeft niet terug te vallen op een soort romantisch gedoe van puur natuur en zo om te constateren, dat het landschap nu duidelijk als land schap wordt erkend. Een mentale he waardering dus. Of beter: vroeger wa het er gewoon, we hebben stukke kapot gemaakt en we zeggen nu: da moeten we toch zien te voorkomen. Ji zult de agrariër modern moeten latei werken, maar het één hoeft het ande niet uit te sluiten. Soms wordt het agra risch belang overtrokken, soms de na tuurbescherming, je moet zoeken naa een juist evenwicht". „Dan zit je dus aan de praktische her waardering van het beleid. Een moeili ke zaak, want bij het beleid is natuu en landschap als wezenlijk gelijkwaai dige factor bij de afweging van belange nog nauwelijks betrokken. De waarde: van het landschap worden nog altij: opgevoerd als een vage, algemen: doelstelling, zo in de geest van „natuu en landschap moeten zoveel mogelijl gespaard worden". Het beleid heeft noc niet de deskundigheid, het instrumenta rium om de landschappelijke, debiologi sche argumenten hard te maken tegen over de andere belangen. Wij kunner nog niet stellen: déze kern mag niei meer uitbreiden, omdat het omrin gende landschap zich ertegen verzet of „daar mag de recreatie niet mee: uitbreiden, omdat het gebied te zwaa: wordt belast". Dat is een gemis, hel wordt ook zo gevoeld bij de provin cie. We zijn bezig de Provinciale Plano logische Dienst in dit opzicht te beman nen, de dienst wil echt wel, er wordl heel behoorlijk gewerkt op het terrein van de natuur- en landschapsbe scherming. Het probleem zit met name in de manier, waarop je het belang en de waarde van het landschap kunt concretiseren. Het gaat niet alleen om het feit, dat het landschap zo aardig of zo mooi is, het gaat er ook om. dat verstoring van het ecologisch evenwicht dringend moet worden terug gebracht wil de gemeenschap overle vingskansen hebben. De mens is een biologisch wezen, vormt zo een onder deel van zijn omgeving en dient zich daarnaar te gedragen". Zeeuws Tijdschrift: ,,Als schadelijke elementen in het landschap worden de laatste tijd niet alleen industrievesti gingen, maar ook recreatieve voorzie ningen beschouwd. Zo heeft de voorzit ter van de Zeeuwse VVV zich dit jaar afgevraagd, of een toeristische organi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 8