beleid en landschap, zoeken naar evenwicht j satie het belang van Zeeland nog wel dient door te streven naar een uit breiding van de accommodatie in een gebied, waar de ruimte schaars wordt. Hoe ziet de gedeputeerde van ruimte lijke ordening de recreatie in het licht van het landschap?" Boersma: „De recreatie kan duidelijk schadelijk werken op het landschap. Dat wil niet zeggen, dat ik tegen re creatie ben, evenmin als ik zonder meer tegen industrie ben. Maar je hebt te maken met een aantal gevolgen, die negatief werken op het landschap. De omgeving vervuilt, door ongezuiverde lozingen en door weggegooide afval, je hebt in de recreatiegebieden te maken met rioleringen, die in de re gel zijn afgestemd op de krappe om geving van het dorp en als jè daar het drievoudige instopt, werkt-ie na tuurlijk niet meer voldoende. Je krijgt in recreatiegebieden ook verkeersaan- trekkende effecten. Er is bovendien sprake van wat je zou kunnen noe men „een overbeweiding" van de omgeving, we beginnen te ontdekken, dat sommige streken in de zomer te zwaar zijn bezet. En natuurlijk maken terreinen vol tenten of caravans met auto's ernaast het landschap er niet fraaier op, maar men mag van mij het landschap in de zomerweken best een beetje aantasten als het zich de rest van het jaar kan herstellen. Een extra moeilijkheid is, dat het recreatiegebeu ren zich afspeelt en de gevolgen zich dus voordoen in of tegen de mooiste gebieden aan. Vandaar, dat we lang zamerhand zeggen: zó kan het niet lan ger, we moeten overwegen te tempori seren. Campinghouders staan te kreu nen als er wordt gesproken over de aanleg van riolering of bebossing. Wel, maak het kamperen maar duurder. Dat moet in die twee weken met zeven procent vakantietoeslag op te brengen zijn." Zeeuws Tijdschrift: ,,Hoe kan het beleid het landschap voor de recreatie spa ren?" Boersma: „We zijn nu bezig voor de recreatiestroken zones uit te werken, die zoveel mogelijk vrij gehouden moeten worden. En vervolgens moeten we proberen de voorzieningen en accommodaties te laten aansluiten bij

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1973 | | pagina 9