„de merrie van de burgemeester heeft gekacheld" 14 ze waar de roomtaart gebleven was. Ik weet nog dat ik mijn armen om Wanda's lange nek sloeg en dat ik hem moest verdedigen met: ..Hij vond het zo lekker, hij likte zijn bek almaar af." Mijn moeder was blijkbaar zo verbijsterd dat straf en standjes uit bleven. In dat opzicht was ze trouwens ook wel wat gewend, want in de tijd dat mijn vader nog in zijn eentje woon de in de lege pastorie (hij woonde er eerder dan de dominee), had hij een Deense dog, die zo groot was als een kalf en die de pantoffels van de huishoudster, volgens het verhaal, verslonden zou hebben. Het leven van mijn vader op die manier duurde ech ter niet lang. want hij trouwde met mijn moeder, die apothekersassistente was, zoals gezegd. Toen was dat ook al een verantwoordelijke werkkring, die één was met haar gevoel voor precisie en regelmaat. Mijn moeder was door haar vak de vraagbaak van de boeren, zelfs als hun vee niet gezond was. Het geluk was met haar. Haar naam was in één keer gemaakt toen een boer om hulp smeekte voor zijn, naar zijn mening stervende koe. Op zijn beschrijving dat eetlust de koe ontbrak en dat zij geen flinke hoop meer in de wei depo neerde en dat de veearts uit Middel burg zeker te laat zou komen, gaf mijn moeder hem groene poeder (een laxeermiddel) mee. De koe genas prompt en haar naam als doktersvrouw en als vraagbaak was gemaakt. Ze was nu bijna dokter. II Minder anekdotisch is dat mijn ouders een vermoeiend en rusteloos leven hadden. Mijn vroege herinneringen zijn dan ook die van storm en noodweer, waarop mijn vader in zijn ulster (die ik ook later nooit heb kunnen dragen), gesteund door twee mannen de dijk over ging, als zij hem in de nachte lijke uren kwamen halen. Want het was te zwaar weer voor die kostbare paar den (sic). Het kwam herhaaldelijk voor dat er 's nachts verscheidene boeren tegelijk, ieder met paard en wagen (het was dan rustiger weer, wel te verstaan) mijn vader op wilden halen voor een bevalling. Hij moet een waar instinkt gehad hebben voor het ogen blik dat de bewuste boerinnen hem Helma met moeder Catz een half jaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 14