de lindeboom, cultuur-historisch natuurmonument
5
1684, de tijd waarin Smallegange druk
bezig was gegevens te verzamelen voor
zijn kroniek, maar waarschijnlijk wa
ren ze nog ouder. Een ander vast
staande indicatie over leeftijd is dat
in geen enkele polder die na 1698 is
bedijkt, het verschijnsel lindeboom
voorkomt.
De voorzichtige gedachten gaan uit naar
een oud volksgebruik, gestoeld op de
oude germaanse godsdienst. Een ge
loof in Freija, de godin van de liefde
en het huiselijk geluk, die „belichaamd''
werd in een lindeboom. Dit gebruik is
ook terug te vinden in het planten van
bescherming brengende linden aan de
oprijlaan van een boerderij. Ook in
het motief van de levensboom, die werd
aangebracht in het raam boven de voor
deur, zie ik duidelijk een linde terug
met het karakteristiek opgaand onder
hout en daarboven een kruin.
Keren we terug naar onze solitaire
linde, die enkel voorkomt op de dijken,
die de voortdurende strijd tegen het
water en dus ook het lijfsbehoud mar
keert dan zien we, dat deze juist daar
geplaatst is, waar de goden gunstig
moesten worden gestemd: een nieuw
bedijkte polder of een zojuist gedicht
gat in de dijk. Zelfs wanneer ze schijn
baar doelloos op een dijk staan, is er
toch sprake geweest van de aanzet van
een dijk, hoewel de dijk zelf reeds lang
vergraven en opgenomen is in het land
schapspatroon.
De dijken van de Noord Daniëlspolder,
blijkens een octrooi van 1415 door Bou-
dijn van Baarsdorp en Simon Jansz.
bedijkt, zijn reeds lang afgegraven,
maar de bomen markeren nog steeds
de plaats waar de oorspronkelijke aan
sluiting op de grote zeedijk is ge
weest 5).
Een andere polder is de Fiernispolder:
ook geslechte dijken, maar toch een
linde als symbool.
De reeds lang weggespoelde dijk van
de oude Vreelandpolder bij Kwaden-
damme, de roemruchte Quadendam,
wordt nog steeds aangegeven door een
lindeboom.
Schijnbaar onoplosbaar wanneer we
uitgaan van de grensboom, maar sim
pel wanneer we de funktie van be
scherming brengend symbool aan
houden. De meeste bomen zijn dan ook
op deze manier door mij gelokaliseerd.
De oudste aanduiding van het bestaan
van lindebomen heb ik uit het boven
vermelde boekje uit 1832. Bij archief
onderzoek zijn enkele, nog steeds be
staande of reeds lang ter ziele gegane
bomen opgedoken.
Toen in 1860 enkele gemeentebesturen
gezamenlijk het begrinden van de Zuid-
bevelandse wegen ter hand namen,
werden in de bestekken regelmatig
lindebomen als markante punten opge
nomen. zoals de twee bomen op de